CDA en VVD oneens over abortuswet
CDA en VVD verschillen van mening over de toekomst van de Abortuswet. De christen-democraten willen de eisen voor zwangerschapsafbreking aanscherpen, de VVD wil versoepeling.
CDA-kamerlid Ormel pleitte zaterdag tijdens een discussiemiddag van de Vereniging ter Bescherming van het Ongeboren Kind (VBOK) voor een tweede consult met een arts, net als nu bij euthanasie het geval is.
VVD-kamerlid Griffith wil af van de bedenktermijn van vijf dagen. Als een vrouw er in de ogen van een arts vast van overtuigd is dat ze een abortus wil, mag ze het ongeboren leven direct laten verwijderen. „De bedenktermijn mag van mij naar maximaal vijf dagen. Eerder mag als blijkt dat er goed over is nagedacht”, aldus Griffith.
De politiek zal volgend jaar uitvoerig debatteren over de abortuspraktijk in ons land. Dat zal gebeuren aan de hand van een evaluatie van de wet, die momenteel wordt opgesteld. Staatssecretaris Ross zal de evaluatie en het kabinetsstandpunt daarop voor de zomer van volgend jaar naar de Kamer sturen.
SGP-fractievoorzitter Van der Vlies wees er tijdens de paneldiscussie op dat de bedenktijd in 1984 in de wet is opgenomen omdat bij een abortus sprake is van een uitzonderlijk verzoek. „De wet is in het leven geroepen om in noodsituaties een abortus te kunnen uitvoeren.” Artsen die aborteren zonder daarbij te achterhalen wat vrouwen daartoe beweegt, handelen volgens de SGP’er in strijd met het wetsdoel.
Voor dat standpunt kreeg hij bijval van fractievoorzitter Rouvoet van de ChristenUnie. Deze riep al zijn medeparlementariërs op om bereid te zijn te achterhalen hoe het begrip noodsituatie in de praktijk wordt ingevuld. „Als we dat niet weten, valt er weinig te evalueren”, stelde de CU-parlementariër.
Politieke partijen verschillen verder van mening over de vraag of de abortusgrens van 24 weken omlaag moet naar 12 weken, zo bleek tijdens de VBOK-themadag. Rouvoet zou graag zien dat Nederland eens kijkt naar ons omliggende landen waar de grenzen op acht en twaalf weken liggen. Het liefst wil hij geen abortussen, maar als verlaging van de grens kan leiden tot vermindering van het aantal abortussen, dan zal hij zich daar niet tegen verzetten.
Door de grens te verlagen, verkleint volgens Rouvoet verder de kans dat verpleegkundigen zich moeten ontfermen over een foetus van om en nabij de 24 weken, die na een mislukte poging een zwangerschap af te breken nog enkele uren in leven blijft.
PvdA-kamerlid Van Heteren wierp echter tegen dat de foetus in 90 procent van alle abortussen nog onder de grens van twaalf weken zit. „Als u hiermee het aantal abortussen omlaag denkt te krijgen, zit u er dus naast.” Ormel wees verlaging van de abortusgrens af. „Voor het CDA is élk ongeboren leven beschermwaardig, maar de beschermwaardigheid neemt niet toe naarmate de foetus ouder is.”
Voorafgaand aan de paneldiscussie constateerde ethicus dr. C. J. W. Leget van het Universitair Medisch Centrum St. Radboud in Nijmegen dat wetenschappers en media de mogelijkheden om menselijke aandoeningen te verhelpen door het inbrengen van embryonale stamcellen overschatten. „Het debat over het kweken en inbrengen van stamcellen verloopt te vluchtig en te gehaast. Bovendien staat het in het teken van overspannen verwachtingen”, aldus Leget.