Met een vulpen de Bijbel overschrijven
Het overschrijven van de Bijbel wint aan populariteit. Bij uitgeverij Royal Jongbloed verschenen recent Overschrijfbijbels, in de (rooms-katholieke) Willibrordvertaling. Zetten ook reformatorische christenen zich al aan het ‘kopiëren’?
Vorig jaar publiceerde de bekende Bijbeldrukker en -uitgever uit Heerenveen voor het eerst een Overschrijfbijbel, over de Psalmen. Daarna volgde een uitgave over de Evangeliën. Voor dit jaar staat Spreuken/Prediker op het programma.
De overschrijfbijbels hebben banden in verschillende kleuren. Opvallend op de groene omslag van de editie Psalmen is het symbool van een kruis met een pen. In het boek staat de Bijbeltekst aan de linkerkant, terwijl er op de rechterbladzijde lijnen zijn waarop geschreven kan worden. Eén regel van elke psalm is al geschreven. Psalm 1: „Gelukkig de mens die vreugde beleeft aan de wet.”
De verkoop begint aardig te lopen, deelt communicatieadviseur Margaretha de Haan mee. „Er zijn al ongeveer duizend exemplaren verkocht.” Ze legt uit waarom de overschrijfbijbels in de Willibrordvertaling verschijnen. „Het overschrijven van de Bijbels gebeurde vroeger veel door monniken in kloosters. In Zwolle is stadspastor Mariska van Beusichem begonnen met mensen de Willibrordvertaling te laten overschrijven, geïnspireerd door de Zwolse Bijbel. Dat was een Bijbel uit de vijftiende eeuw die gemaakt is in Zwolle. Het idee van een overschrijfbijbel ontstond uit de contacten met Mariska.”
Volgens De Haan past het overschrijven van de Bijbel in deze tijd. „Het sluit aan bij de trend om langzame dingen te doen, te onthaasten en stil te worden voor God. Ik heb zelf ook een stukje van de Bijbel overgeschreven en vond het leuk om te doen.”
Gotische letters
Het overschrijven van Bijbels gebeurt ook in deze tijd wel, ook door rooms-katholieken. Wim van ’t Zelfde, directeur van het Statenbijbelmuseum in Leerdam, zet een rij grote ordners neer op de vitrinekast in de expositieruimte. Ze zijn volgeschreven met de complete Bijbeltekst in de Willibrordvertaling, 7300 bladzijden in totaal. De tekst op ruitjespapier is gekalligrafeerd in gotische letters (Romaans Italic, 5 mm). Voor de gewone letters is een blauwe vulpen gebruikt, voor de hoofdletters een rode. Het is een lust voor het oog.
Schrijver van dit monnikenwerk was Frans Freijse uit Oisterwijk (Noord-Brabant), zegt Van ’t Zelfde. „Hij werd afgekeurd voor zijn werk en zocht een hobby. Die vond hij in het kalligraferen. Zijn pastoor zette hem op het spoor van het overschrijven van de Bijbel. Kijk, hier heb ik nog een ordner met de tekst van de catechismus, die hij daarna gedaan heeft.”
Freijse kalligrafeerde de Bijbeltekst in tien jaar tijd, van 1993 tot 2003, zes avonden per week, in 9000 uur. „Toen hij overleden was, vroegen zijn dochters of ik interesse had in de overgeschreven Bijbel. Ik heb geen nee gezegd, maar eigenlijk past dit werk hier niet goed.”
Het verwonderde Van ’t Zelfde dat een rooms-katholieke man de Bijbel overgeschreven had. „Ons beeld dat de rooms-katholieken de Bijbel niet lezen, mag weleens bijgesteld worden.” Hij voegt er direct aan toe dat reformatorische christenen daar veel trouwer in zijn en dat de Bijbelkennis bij hen over het algemeen veel groter is.
Veel geleerd
Dicky Boelman (75) schreef de hele Bijbel over in de NBG-vertaling van 1951. Ze is lid van de hervormde gemeente van Stadskanaal, die staat in de traditie van de Gereformeerde Bond. Boelman deed er vijftien maanden over. Ze begon eraan op 1 januari 2010 en voltooide het werk op 31 maart 2011, gemiddeld drie uur schrijven per dag. Het resultaat is te zien in veertien boeken met blauwe banden.
Opvallend is dat Boelman geen christelijke opvoeding gekregen heeft en niets had met de Bijbel totdat ze, twee huwelijken verder, tot bekering kwam. Ze kende weinig van Gods Woord en was jaloers op anderen die vanaf hun jeugd de geschiedenissen uit de Bijbel hoorden. Ze werd in het schrijven gestimuleerd door haar toenmalige predikant, ds. J. Prosman.
Boelman blijft ook nu bezig met het overschrijven van Bijbelgedeelten, vertelt ze. „Bijna elke dag doe ik het wel een of twee uur. Ik heb onder andere geschreven over de geboden van God, over bidden en over het lijden van Jezus. Nu ben ik bezig met kernteksten uit de Bijbel. De Bijbelse boodschap is steeds duidelijker voor me geworden. Ik heb veel geleerd van dat overschrijven.”
Ze vertelt dat het schrijven haar verrijkt. „Ik ben nog steeds graag bezig met de Bijbel. Dan word ik niet afgeleid door werelds gedoe. In de Bijbel staat het goede van God.”
Statenvertaling
Sarah van der Lijn heeft de Bijbel in de Statenvertaling overgeschreven. De kunstenaar uit IJmuiden deed dat als examenproject toen ze op de Kunstacademie in Breda zat. Ze begon eraan op 7 april 2010 en was er ongeveer twee jaar later mee klaar. „Het was hard werken”, vertelt ze. „Ik heb in totaal 1159 losse blaadjes volgeschreven. Elk blaadje kostte me ongeveer drie kwartier en ik moest nog weleens opnieuw beginnen. Ik was er al mijn vrije tijd mee bezig en nam het werk overal mee naartoe. Er stond druk op vanwege een einddatum waarop ik het af wilde hebben.”
Van der Lijn schreef de tekst over uit een oude Statenbijbel uit 1845 die ze op een rommelmarkt gekocht had. Ze koos voor de Statenvertaling omdat ze het een „respectvolle” taal vindt. Zelf gebruikt de kunstenaar, die evangelisch georiënteerd is, het meest de Bijbel in Gewone Taal.
Haar project is te zien geweest tijdens een aantal exposities, onder andere die over de Statenvertaling in het Tweede Kamergebouw in 2019. „De losse blaadjes lagen toen op twee stapels, opengeslagen, in een vitrine.”
Van der Lijn was op de kunstacademie de enige christen in haar klas. „Ik wilde ervoor uitkomen dat ik christen was. Het overschrijven van de Bijbel maakte het een gespreksonderwerp.”
Ze heeft van het overschrijven minder onthouden dan ze verwachtte. „Ik hoopte dat het net zo zou gaan als met het schrijven van strafwerk: dat je alles zou onthouden, maar dat is niet gebeurd. Wat me het meeste is bijgebleven, zijn de geslachtsregisters. Het is mooi dat die in de Bijbel staan.”
Toch mist ze het schrijven „ontzettend.” „Ik zou het graag nog een keer willen doen, met een andere vertaling, maar ik heb niet zo veel tijd meer.”
Nut
Het is niet gelukt om een dagelijkse lezer van de Statenbijbel te vinden die deze Bijbel heeft overgeschreven. Ook Lennart van Belzen, wetenschappelijk medewerker van de Gereformeerde Bijbelstichting te Leerdam, weet niemand die daar nu mee bezig is.
Hij merkt op dat vroeger alle Bijbels werden overgeschreven. „Een wereld zonder gedrukte Bijbels is voor ons nauwelijks voor te stellen. Al sinds 1477, toen de Delftse Bijbel verscheen, wordt de Bijbel in Nederland gedrukt. Maar gedurende de 3000 jaar daarvoor is de Bijbel steeds geschreven. Ik denk aan Mozes en de andere Bijbelschrijvers, maar ook aan de zogenaamde kopiisten, die de Bijbelhandschriften vermenigvuldigden door ze over te schrijven.”
Het overschrijven van de Bijbel kan ook nu zijn nut hebben, meent Van Belzen. „Daarmee besef je ongetwijfeld beter hoe intensief dat werk geweest is en door het bezig zijn met de Bijbeltekst kan God werken in het hart van de overschrijver. Van zo’n overschrijfactie gaat ook een signaal uit naar alle Bijbelgebruikers anno 2021 en het laat ons zien hoe bevoorrecht we nu zijn met onze gedrukte Bijbels.”