Boeren pleiten voor inpoldering deel Noordzee voor meer landbouwgrond
Er moet meer ruimte komen voor boeren en tuinders, vindt landbouworganisatie LTO. Jaarlijks verdwijnt er zo’n 16.000 voetbalvelden aan landbouwgrond, terwijl boeren ook maatschappelijke diensten leveren.
Daarom kan het geen kwaad om te kijken naar de winning van nieuw land, vindt de belangenvereniging. Ook moeten er regels komen om verdere afkalving van de landbouwgrond tegen te gaan, schrijft LTO in zijn Grondvisie 2021.
Zo moet huizenbouw in eerste instantie plaats vinden door bestaande ruimtes in de stad te gebruiken en zou er een verbod moeten komen op het gebruik van boerenland voor zonnepanelen. Ook zou Nederland niet vol moeten komen te staan met ‘grijze dozen’, verwijst LTO naar distributiecentra en datacentra.
Als landbouwgrond toch een ander doel moet krijgen, moet dat op een andere plek worden gecompenseerd.
LTO vraagt om serieus te kijken naar de winning van nieuw land, bijvoorbeeld in de Noordzee. Daar is niet alleen de landbouw bij gebaat, maar ook stedenbouw, recreatie en natuur kunnen profiteren. De boerenorganisatie wijst erop dat het alweer een halve eeuw geleden is dat de laatste Flevopolder droog werd gelegd.
„Met onze boeren en tuinders heeft Nederland een fantastische uitgangspositie om naast voedsel- en groenproductie ook kringlopen te sluiten, biodiversiteit te stimuleren en CO2 vast te leggen. Daar heeft de agrarische sector meer ruimte voor nodig, in plaats van minder,” licht Sjaak van der Tak, voorzitter van LTO Nederland, toe. „Met onze Grondvisie 2021 doen we concrete voorstellen om het groene landschap en de bijdrage die onze ondernemers daaraan leveren, nu en in de toekomst, te beschermen.”
Waterberging
De brancheorganisatie noemt voorbeelden van de maatschappelijke diensten die boeren leveren: waterberging, energiewinning, koolstofopslag, en zorg- en recreatie.
Door zulke diensten te vergoeden wordt het voor gemotiveerde ondernemers interessant om hun grond vrijwillig meervoudig te gebruiken, aldus de brancheorganisatie.
De plannen van LTO vragen wel een meer ‘sturende rol’ van de landelijke overheid. Daarbij moet die echter niet uit het oog verliezen dat de „scheppende kracht van burgers en bedrijven” belangrijk is om van plannen een succes te maken.