In het vierde kwartaal van 2020 hadden 822.000 jongeren van 15 tot 25 jaar een flexibel dienstverband. Dat zijn er 60.000 minder dan in hetzelfde kwartaal van 2019.

Het aantal jongeren met een vast dienstverband nam gedurende 2020 met 3000 af naar 433.000.

Daarmee kwam de stijging van het aantal werkende jongeren, die in 2016 was ingezet, aan het begin van de coronacrisis abrupt tot stilstand.

De grootste klappen vielen in de horeca. Daar daalde het aantal werkende jongeren het sterkst. Onder kelners, barpersoneel en keukenhulpen vielen veel ontslagen.

In de kleinere beroepsgroep van de koks nam het aantal werkenden met 8.000 sterk af.

Winkelpersoneel

Aan de andere kant steeg het werk voor winkelpersoneel, vakkenvullers en schoonmakers. Ook vonden meer jongeren werk in callcenters en de coronateststraten. Alleen al het aantal vakkenvullers nam in een jaar tijd met 16.000 toe.

Het volgen van een opleiding naast je baan, blijkt nadelig in tijden van crisis. In die groep jongeren vielen veel ontslagen. Vooral onder jonge mannen die een (deeltijds)opleiding volgden. In die groep had eind 2019 ruim 80 procent nog een baan, eind 2020 was dat gezakt naar 76 procent. Bij vrouwen was de daling iets minder.

Zoekend

Alles bij elkaar blijkt het aantal werkloze jongeren op zoek naar een baan fors gestegen: eind 2020 waren er 36.000 meer dan het jaar ervoor.

Dan zijn er ook nog 29.000 jongeren meer die niet meer zoeken naar een baan. Ze kiezen ervoor om weer naar school te gaan. Of ze gooien het bijltje er bij neer en gaan niet meer solliciteren omdat ze toch niet verwachten werk te vinden.

Impact

In vergelijking met oudere werkenden was de impact van corona op jongeren veel groter. De arbeidsparticipatie, het percentage werkenden van een leeftijdsgroep, daalde bij jongeren tot 25 jaar met bijna 3 procent. Bij 25- tot 45-jarigen bleef het percentage gelijk en onder 45- tot 75-jarigen daalde het heel licht.