Zoeken naar klaslokaal na maanden thuisonderwijs
Het is een hele belevenis om na maanden onlineles weer op school te zijn, vindt Nathan de Leeuw (13) uit Alblasserdam. „Ik moest gewoon weer zoeken naar het klaslokaal.”
Heel erg leuk om na maanden thuisonderwijs weer op school te zijn, vindt de 13-jarige Anna Steenstra. Samen met vier klasgenoten wacht de tweedeklasser deze maandagmorgen in een van de gangen van de Guido de Brès in Rotterdam op de bel. Alle vijf zijn ze getooid met een mondkapje. Geen probleem om in de gangen het stukje stof te dragen, vindt Marith van den Bosch (14). Het houden van de 1,5 meter zal lastiger worden, verwacht de scholier. „Je staat in een groepje toch al snel dicht bij elkaar”, merkt ze. „Dat gaat gewoon automatisch.”
De vijf meiden zijn blij dat ze weer naar school mogen. Thuisonderwijs is saai, vindt Elize Poolman. „De lessen gaan meer langs je heen”, legt de 13-jarige uit. „Je zit achter een scherm en hoort de docent uitleggen, maar bent veel minder bij de les betrokken.”
Toch had de periode van onlineles ook voordelen, vindt Renske van Geijsden (13). „Dat uitslapen vond ik toch wel erg lekker. Zeker weten dat ik dat ga missen.”
Tof om de leerlingen weer „in het echt” te zien, vindt Gerteke Almekinders (37), docent Nederlands. „Ik heb ze gemist. Het is fantastisch om niet meer tegen hoofdjes op een scherm te praten, maar gewoon weer scholieren in het lokaal te hebben.”
De bel voor het tweede lesuur is net gegaan. De komende vijftig minuten heeft Almekinders zeventien brugklassers onder haar hoede. Tien zitten er in het lokaal, zeven volgen de les online. „Intensief om de scholieren thuis en in de klas aandacht te geven”, vindt de docente. Klaas Peter Veldhuizen (12), een van haar leerlingen, begrijpt dat wel. „Kan dat niet anders”, vraagt hij zich hardop af. Drie hele lange dagen school en dan geen onlineles lijkt hem bijvoorbeeld wel wat. „Maar ik ben maar een leerling”, zegt hij lachend. „Dus mijn oplossing is misschien niet echt haalbaar.”
Fiets
Nick Willemsen (13) uit Alblasserdam was blij dat hij vanmorgen weer op de fiets kon stappen naar Rotterdam, vertelt hij. „Zelfs die fietstochten heb ik gemist.” Het is vooral leuk om klasgenoten weer te zien, vindt hij. „We hebben al zolang niet meer in het hetzelfde lokaal gezeten.”
Ook Joëlle Appeldoorn vindt het niet erg dat er een einde is gekomen aan de ruim twee maanden van afstandsonderwijs. Helemaal onbezorgd is de 13-jarige echter niet. „Het is ook spannend. Je komt toch met meer mensen in contact en wilt het virus niet mee naar huis nemen bijvoorbeeld.”
Bungelen
Per dag zijn er zo’n 650 leerlingen aanwezig, weet locatiedirecteur Peter Zevenbergen. „Het blijft natuurlijk spannend om de balans te vinden tussen de voortgang van het onderwijs aan de ene kant en de zorg voor de gezondheid van docenten en leerlingen aan de andere kant.” Grote problemen verwacht hij echter niet. „Natuurlijk, in de loop van de dag zie je bijvoorbeeld wel dat leerlingen hun mondkapje onder hun neus laten bungelen of vergeten op te zetten. Maar een kleine hint is dan meestal al genoeg.”