Techbedrijven sleuren Nasdaq onderuit op Wall Street
Techbedrijven hebben maandag een stevige duikeling gemaakt op Wall Street en trokken met name schermenbeurs Nasdaq mee omlaag. Beleggers maken zich zorgen dat de aandelen door de langdurige stijgingen van de afgelopen weken te duur zijn geworden. Ook de breed samengestelde S&P 500 ging omlaag, maar de Dow-Jonesindex noteerde nog een klein plusje.
Grote techfondsen als Apple (min 3 procent), Amazon (min 2,1 procent), Microsoft (min 2,7 procent) en Google-moeder Alphabet (min 1,7 procent) drukten op de markt. Ook chipbedrijven als Intel, AMD, Nvidia en Qualcomm daalden flink met minnen tot 4,7 procent. Tesla daalde zelfs 8,6 procent nadat het bedrijf plotseling geen bestellingen meer accepteerde voor de goedkoopste versie van zijn SUV Model Y.
Techbeurs Nasdaq eindigde 2,5 procent lager op 13.533,05 punten. De S&P 500 leverde 0,8 procent in, tot 3876,50 punten. De Dow-Jonesindex sloot met een plusje van 0,1 procent en kwam uit op 31521,69 punten.
Bioscoopketen AMC werd haast 15 procent hoger gezet. Bioscopen in de staat New York mogen voor het eerst in bijna een jaar weer open, zij het met beperkte aantallen bezoekers.
Vliegtuigbouwer Boeing werd 2,1 procent lager gezet nadat een motor van een vliegtuig in de Verenigde Staten is ontploft. De Amerikaanse luchtvaartautoriteit FAA heeft daarop bevolen dat oudere vliegtuigen van het type 777-200 met motoren van het merk Pratt & Whitney voorlopig aan de grond moeten blijven. Die moeten nu eerst geïnspecteerd worden. Wereldwijd gaat het om 128 toestellen waarvan er 69 in actieve dienst zijn.
Luchtvaartmaatschappijen deden het juist goed op de beurs nadat analisten van Deutsche Bank positiever werden over de sector. American Airlines (plus 9,4 procent), United Airlines (plus 3,5 procent), Delta Air Lines (plus 4,5 procent) en Southwest Airlines (plus 3,8 procent) stegen allen behoorlijk.
Bandenmaker Goodyear werd ruim 21 procent hoger gezet nadat het bedrijf aankondigde Cooper Tire over te nemen voor 2,8 miljard dollar. Cooper werd haast 30 procent meer waard.
Socialemediabedrijf Snap, bekend van de app Snapchat, steeg aan het begin van de dag en werd daardoor voor het eerst meer dan 100 miljard dollar waard. Die winst speelde de onderneming weer kwijt en uiteindelijk eindigde Snap 3,2 procent lager.
De euro was 1,2154 dollar waard, tegen 1,2157 dollar bij de slotbel in Europa. Een vat Amerikaanse olie werd 3,8 procent duurder op 61,49 dollar. Brentolie klom eveneens 3,8 procent in prijs tot 65,27 dollar per vat.