‘Misverstanden zorgden voor pestgedrag in top van de Volksbank’
De verstoorde verhoudingen in de top van de Volksbank ontstonden door misverstanden over de precieze taken van directeuren. Dat leidde incidenteel tot onderling „pestgedrag”, intimidatie en een „onveilige werksituatie” voor sommigen. Volgens het financiële concern achter merken als SNS en RegioBank is dat de conclusie van het onafhankelijke onderzoek naar de kwestie.
Afgelopen half jaar was er veel onrust bij de Volksbank. Financieel directeur Pieter Veuger werd ontslagen terwijl hij nog maar enkele maanden in dienst was. Later vertrok ook operationeel directeur Mirjam Verhoeven, na meningsverschillen over de gang van zaken, het te voeren beleid en de te volgen koers.
Dit alles ligt gevoelig, omdat de bank nog altijd in staatshanden is. Bovendien probeert de Volksbank juist al een tijd in te zetten op wat het noemt bankieren met menselijke maat. De onderzoekers concluderen juist dat de directie ervoor moet zorgen dat er niet alleen met de menselijke maat wordt gebankierd, maar ook kan worden gewerkt.
Het niet-openbare onderzoeksrapport was onlangs nog een belangrijk onderwerp in de rechtszaak van Veuger tegen de Volksbank. De ex-bestuurder probeerde zijn ontslag aan te vechten. In het proces betwijfelde Veuger ook of de onderzoekers achter het rapport wel zorgvuldig en onafhankelijk te werk zijn gegaan. Hun rapport zou niet zomaar verspreid mogen worden, vond hij. Veuger had zelfs beslag laten leggen op de correspondentie van de onderzoekers. Maar de rechtbank in Utrecht heeft vrijwel al zijn vorderingen afgewezen.
Volgens president-commissaris Jan van Rutte bevestigt het onderzoek dat de dynamiek in de directie en de interactie met de raad van commissarissen „tussen januari en augustus 2020 niet optimaal was”. „Dat had wel gemoeten”, erkent hij. Maar inmiddels zijn er maatregelen genomen die eraan bijdragen dat er weer sprake is van een goede en positieve dynamiek, aldus Van Rutte. De recent aangetreden nieuwe topman Martijn Gribnau noemt het goed dat het onderzoek is afgerond „en de bank de blik op de toekomst kan richten”.
Minister van Financiën Wopke Hoekstra gaat naar aanleiding van het „stevige rapport” in gesprek met de raad van commissarissen en de staatsaandeelhouder, stichting NLFI. „Dat de samenwerking in de top van de bank verre van optimaal was, was eerder al duidelijk. Dit wordt ook bevestigd door de onderzoekers”, zegt Hoekstra. Het is nu vooral zaak „dat de bank voldoende weerbaar is om zelf te kunnen voortbestaan”, zegt de bewindsman. „De bank heeft inmiddels een nieuwe strategie gepresenteerd die hiertoe moet leiden.”