Corona werkt door in resultaten netwerkbedrijven
Het coronavirus heeft ook zijn sporen achtergelaten bij netwerkbedrijven Stedin en Alliander. De concerns zagen dat grote zakelijke klanten vanaf het moment dat corona uitbrak minder stroom gebruikten, wat voor lagere inkomsten zorgde. Daarnaast had het virus ook een impact op de bedrijfsvoering.
Zo lag het werk achter de voordeur van woningen bij netbeheerder Liander, onderdeel van Alliander, de eerste periode na het uitbreken van corona korte tijd stil. Bij Stedin daalde het aantal opdrachten. Zo werd het plaatsen van slimme meters in het voorjaar tijdelijk gestaakt.
Alliander sloot 2020 af met een resultaat na belastingen van 224 miljoen euro. Dat was een jaar eerder nog 253 miljoen euro. Naast de coronakosten kampte het netwerkbedrijf met hogere tarieven die netbeheerder TenneT in rekening bracht. Daarnaast werden ook kosten gemaakt voor de hogere productie van Alliander zelf. Stedin rapporteerde een resultaat van 129 miljoen euro, waar dat een jaar eerder 172 miljoen euro was.
De jaarlijkse investeringen van Alliander namen de laatste jaren structureel toe. Vorig jaar ging het om 890 miljoen euro. De verwachting is dat dit bedrag ook de komende jaren verder zal oplopen. De energietransitie en de aanhoudende vraag naar meer elektrisch vermogen maken verdere investeringen in het energienet noodzakelijk. Stedin investeerde door Covid-19 met 620 miljoen euro iets minder dan de 646 miljoen euro een jaar eerder.
De netwerkbedrijven verwachten extra geld nodig te hebben om toekomstige investeringen te kunnen doen. Dan gaat het onder andere over de inpassing van de wind- en zonneparken en het faciliteren van de massale overstap naar elektrisch rijden. Verder schakelt de industrie van het aardgas over op onder meer elektriciteit en waterstof. Tevens staat Nederland voor de opgave om bijna 1 miljoen duurzame woningen te bouwen die veel meer stroom gebruiken dan woningen met een aardgasaansluiting.
Alliander is naar eigen zeggen momenteel financieel gezond. Maar om deze positie te behouden is extra geld nodig. Momenteel is het bedrijf daarover in gesprek met de aandeelhouders zoals de provincies Gelderland, Friesland en Noord-Holland en de gemeente Amsterdam.
Stedin heeft de komende jaren 750 miljoen tot 1 miljard euro nodig. Naast gesprekken met de 44 gemeenten die aandeelhouder zijn van Stedin, kijkt het bedrijf ook naar aanpassingen van het verdienmodel. Daarover wordt ook met toezichthouder ACM gesproken.