Coalitie in de clinch over kosten huurbevriezing
Het besluit van het kabinet om op last van de Tweede Kamer de sociale huren te bevriezen, leidt tot gedoe tussen de coalitiepartijen. Van de regeringspartijen stemde alleen de VVD voor het voorstel dat eerder deze maand werd ingediend door de SP. In de aangenomen motie werd niet uitgelegd hoe dat betaald moest worden.
Woonminister Kajsa Ollongren (D66) stelt voor om de verhuurdersheffing voor woningcorporaties, die sociale huurwoningen bouwen en verhuren, dan maar te verlagen. Daardoor loopt de schatkist zo’n 200 miljoen euro per jaar mis. Nu stellen de kleinere coalitiepartijen CDA, D66 en ChristenUnie samen voor om de omstreden Baangerelateerde Investeringskorting (BIK) te verlagen. Dit is een miljardenkorting voor bedrijven, zodat zij tijdens de coronacrisis blijven investeren.
Vooral de VVD was groot voorstander van deze regeling, die op Prinsjesdag werd aangekondigd. Coalitiebronnen laten doorschemeren dat het bepaald niet toevallig is dat de drie partijen juist met deze regeling komen om het tekort op te vullen. Bij de kleinere coalitiepartijen heerst chagrijn over de ‘draai’ van de VVD. CDA-Kamerlid Julius Terpstra noemde dit al „opportunistisch” en „plat” van de grootste regeringspartij. D66’er Jessica van Eijs zei vorige week dat „het enige waar de VVD op uit is, is het kapotmaken van de sociale woningbouw”.
„Het bevriezen van de huren mag wat het CDA betreft nooit ten koste gaan van de woningbouw”, zegt de christendemocraat Terpstra op het besluit van het kabinet. „Woningcorporaties moeten dus worden gecompenseerd, zodat zij kunnen blijven bouwen en verduurzamen. De investeringskorting voor grote bedrijven (BIK) is dan een veel betere dekking.” Dat vinden ook D66 en de kleinste coalitiepartij, de ChristenUnie. „Wat mij betreft kijken we daarbij vooral naar de grote bedrijven en internationale ketens die in tijden van corona enorme winsten boeken en ontzien we het midden- en kleinbedrijf”, zegt ChristenUnie-Kamerlid Carla Dik-Faber.
Het verlagen van de BIK, die dit jaar 2 miljard euro kost, kan waarschijnlijk op enthousiasme van veel andere partijen rekenen. Vrijwel de hele oppositie ziet niets in de regeling. De VVD wilde dat het geld hoe dan ook bij het bedrijfsleven terecht zou komen. De 2 miljard was eerst gereserveerd voor de verlaging van de winstbelasting. Daar zag het kabinet toch van af wegens de coronacrisis.