Cultuur & boeken

Jagers-verzamelaars hadden korte werkweek. Hoe deden ze dat toch?

De in Zuid-Afrika geboren James Suzman deed als antropoloog jarenlang onderzoek in Namibië. Daarbij richtte hij zich op de Ju/’hoansi, een van de meest primitieve volken op aarde.

Dr. C. S. L. Janse
17 February 2021 15:21
Jager-verzamelaars beeldden verschillende dieren af in de grotten van Lascaux in Frankrijk. beeld Wikipedia, Prof saxx
Jager-verzamelaars beeldden verschillende dieren af in de grotten van Lascaux in Frankrijk. beeld Wikipedia, Prof saxx

Vanouds kwamen ze aan de kost door te jagen en voedsel te verzamelen. Tot voor kort leefden zij nog net zoals hun voorouders vele eeuwen geleden. Inmiddels staat hun manier van leven zwaar onder druk.

Suzman kwam tot de conclusie dat die jagers-verzamelaars maar weinig uren behoefden te werken, plezier hadden in hun werk en het niet nodig vonden om voedselvoorraden te vormen, terwijl ze toch een behoorlijke mate van bestaanszekerheid hadden. Maar ze waren ook met weinig tevreden. Er was nauwelijks sprake van maatschappelijke ongelijkheid. Er bestond zelfs een verplichting om je bezittingen te delen.

De teneur van zijn jongste boek, met werk als het centrale thema, is dat alle ingrijpende wijzigingen die zich sindsdien hebben voorgedaan in het menselijk samenleven, de opkomst van de landbouw, de industrialisering, de automatisering, niet veel hebben bijgedragen aan het menselijk welzijn. Men ging langer werken, het leven werd veel gehaaster, de risico’s werden groter en op den duur kwam de natuur zwaar onder druk te staan.

Daar is natuurlijk wel wat op af te dingen. De gezondheidszorg is in de loop der tijden aanzienlijk verbeterd. Dat komt onder meer tot uitdrukking in een stijging van de gemiddelde levensduur en een sterk teruggelopen kindersterfte. Maar de corona maakt duidelijk dat de moderne samenleving ook in medisch opzicht kwetsbaar is.

Vergeleken met vroeger zijn vooral de menselijke behoeften geweldig gestegen. Waren dat allemaal essentiële behoeften of grotendeels relatieve behoeften? Dat is een reële vraag. Maar wat reken je tot het een en wat tot het ander? Is het een absolute levensbehoefte om jezelf en je kleren regelmatig te wassen en onder de douche te gaan, of kun je dat net zo goed nalaten? Wij zullen voor de eerste optie kiezen, maar als iedereen niet zo fris ruikt, ruik je dat zelf waarschijnlijk ook niet.

Voorspelling

Suzman verwijst naar de Britse econoom Keynes, die in 1930 voorspelde dat als gevolg van de technologische ontwikkeling de mens een eeuw later maar vijftien uur per week zou hoeven te werken om in zijn levensonderhoud te kunnen voorzien. Dat komt merkwaardig genoeg overeen met de werkweek die de Ju/’hoansi altijd hadden.

Tot verdriet van Suzman verliep de geschiedenis echter heel anders. Onmiskenbaar was er de laatste honderd jaar door rationalisering van de arbeid en allerlei uitvindingen een geweldige stijging van de productiviteit. Die is echter voor het overgrote deel omgezet in hogere lonen. Daardoor konden mensen beter voorzien in hun steeds maar stijgende behoeften.

Je kunt zelfs zeggen, hoewel Suzman dat niet aanroert, dat door de opkomst van het tweeverdienersmodel de beroepsarbeid een nog grotere greep gekregen heeft op het leven van veel mensen. Daardoor kregen ze de beschikking over een hogere koopkracht, maar nam de stress in hun leven ook duidelijk toe.

In zijn omvangrijke boek schenkt Suzman ook aandacht aan het verschijnsel dood door overwerk (”karoshi”) zoals dat in Japan en Korea voorkomt. Dat is helemaal een extreme variant van de moderne werkcultuur. Daarnaast hekelt hij terecht de sterk toegenomen ongelijkheid in de huidige samenleving. Directieleden van grote bedrijven in de VS verdienen inmiddels bijna 300 keer het gemiddelde loon van hun werknemers. De robotisering, zo meent Suzman, zal de ongelijkheid verder vergroten.

Alles bij elkaar een boek dat zo’n beetje de hele geschiedenis van de mensheid, ja van het leven op aarde wil beschrijven. Af en toe denk je: kon het niet wat beknopter? Bovendien is het sterk opgezet vanuit de evolutietheorie. Zo’n 3,5 miljard jaar geleden was er al bacterieel leven op aarde en mensen wonen al minstens 300.000 jaar in Afrika. Voor het overige wel interessant, maar duidelijk beschreven vanuit een minimalistische invalshoek. Met hoe weinig zou een mens ook toe kunnen?

-—

Boekgegevens

Werk. Een geschiedenis van de bezige mens – van de oertijd tot het heden, James Suzman; uitg. Thomas Rap; 447 blz.; € 24,99

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer