Steekspel rond avondklok fnuikend voor draagvlak coronabeleid
Heerlijk, dat winterweer, verzuchtte menigeen vorige week. En inderdaad, de sneeuw- en ijspret bezorgden ons een welkome onderbreking van grauwe en monotoon verlopende dagen; gedicteerd door vergaande bezoekbeperkingen, indien mogelijk thuiswerken en de avondklok.
Maandag begon het dooien, dinsdag smolt veel van de neergevallen sneeuw. Maar voordat een groot deel van het land opnieuw verviel in apathie en chagrijn, was het, na het winterweer, de Haagse voorzieningenrechter die aller aandacht opeiste met zijn opzienbarende uitspraak dat de avondklok buiten werking moest worden gesteld.
Daarop volgden een spoedzitting, een wraking en uiteindelijk de voorlopige ontknoping: totdat het gerechtshof zich heeft gebogen over het door de staat ingestelde hoger beroep tegen het onwettig verklaren van de avondklok blijft de maatregel van kracht.
Wie het wilde bezien door een positieve bril zag dinsdag een fraai, door voorman Willem Engel van actiegroep Viruswaarheid geïnitieerd staaltje rechtstoepassing in praktijk. Toch resteert een vraag: hoe schadelijk pakt het juridische steekspel waar zo’n beetje het hele land zich over opwond uit voor het draagvlak voor het coronabeleid? Justitieminister Grapperhaus houdt bij hoog en bij laag vol dat hij bij het invoeren van de avondklok uiterste zorgvuldigheid betrachtte. Dat valt maar slecht te rijmen met de stellige toonzetting van het vonnis: al bij de start ging het mis.
Om de avondklok kracht van wet te geven, greep de bewindsman ondanks waarschuwingen van de Raad van State en de SGP terug op de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag (Wbbbg). Dat kan, zo vindt ook de rechter, maar uitsluitend bij hoge nood. Hoge nood, wikken en wegen plús de tijd nemen om rustig te polsen hoe de avondklok in de Tweede Kamer zou vallen, zoals het kabinet deed, zijn echter lastig met elkaar te rijmen. Dus is het nu wel klip en klaar: Grapperhaus tastte mis.
Let wel, de rechter zei dinsdag niet: Kabinet, u had nooit mogen kiezen voor de avondklok. Wel: U had moeten zorgen voor een betere juridische basis. Bijvoorbeeld de tijdelijke coronawet.
In een tijd waarin de Willem Engels van deze wereld hun schadelijke complottheorieën met verve aan de man brengen en de Baudets en Van Haga’s het kabinet scoringsdrift verwijten, was een keuze voor die coronawet zonder meer verstandiger geweest. Die had het kabinet gedwongen nog duidelijker te maken waarom de avondklok ondanks de forse maatschappelijke nevenschade in zijn ogen toch onvermijdelijk was.
Na dit pijnlijke succes van Viruswaarheid resteert vooral een verzuchting. Rutte III, betracht bij het uitstippelen van het vervolgbeleid meer precisie en zorgvuldigheid. Een kabinet dat het vergaand aan banden leggen van de bewegingsvrijheid noodzakelijk acht, kan zich oorvijgen zoals die van de voorzieningenrechter eigenlijk niet veroorloven.