Kiezer vraagt zich vooral af of hij politici kan vertrouwen
Wij Nederlanders hebben nogal wat kritiek op het coronabeleid van het kabinet. Maatregelen zijn te hard of te soepel, te traag of te voorbarig, te grofmazig of te detaillistisch. En de avondklok vinden velen overbodig of ongewenst. Maar als puntje bij paaltje komt, vinden de meeste burgers toch dat de regering het grosso modo in het bestrijden van de Covid-19-pandemie zo gek niet doet.
Dat zou je tenminste af kunnen leiden uit een groot kiezersonderzoek dat I&O Research uitvoerde voor de Volkskrant. Uit dat zaterdag gepubliceerde onderzoek komt naar voren dat de grootste regeringspartij, de VVD, bij kiezers bijzonder populair is. De liberalen zouden straks, als stemgerechtigden zich tenminste niet bedenken, zomaar een groei van tien zetels tegemoet kunnen zien. Ook de ChristenUnie staat op winst, terwijl het CDA stabiel is. Van de coalitiepartijen verliest alleen D66.
Opvallend is de grote populariteit van Rutte. Op de stelling ”Zou betrouwbaar zijn als minister-president” antwoordt maar liefst 63 procent van de ondervraagden bevestigend, waarmee de VVD-voorman alle andere Haagse politici achter zich laat.
Deze uitkomsten tonen natuurlijk nog niet meteen aan dat Rutte en zijn VVD hun winst danken aan de coronacrisis. Dat slechts 21 procent van de ondervraagden vindt dat politieke partijen bij de aanstaande verkiezingen meer aandacht moeten besteden aan corona, lijkt er eerder op te wijzen dat kiezers dit niet eens zo’n belangrijk thema vinden.
Maar schijn bedriegt, stelt Peter Kanne van I&O Research. Hij wijst erop dat kiezers zich over de hele linie minder druk lijken te maken over specifieke thema’s dan zij in 2017 deden. Europa? Onderwijs? Veiligheid? Op al die punten zeggen veel minder kiezers dan vier jaar geleden: daar moet meer aandacht voor komen.
Volgens Kanne wijst dit erop dat de pandemie toch een overheersende rol speelt bij deze verkiezingen. Niet in de zin dat kiezers zich druk maken om specifieke uitwerkingen van het coronabeleid. Wel in de zin dat zij zich in de aanloop naar 17 maart sterk afvragen aan wie ze in deze diepe crisis het leiderschap van het land het meest toevertrouwen.
Die analyse zou best eens kunnen kloppen. In ons dagelijks leven draait veel om vertrouwen. In de politiek is het niet anders. En in crisistijden neemt het belang van deze factor alleen maar toe.
Zo bezien kunnen na Rutte ook CDA-leider Hoekstra (48 procent vindt hem betrouwbaar als premier) en CU-voorman Segers (43 procent) de uitkomst van het onderzoek in hun zak steken. Wat de ChristenUnie betreft, sluit deze uitkomst bovendien mooi aan bij de conclusies van de Politieke Integriteitsindex die twee weken geleden naar buiten kwamen: de kleine christelijke partijen ChristenUnie en SGP worden door de kiezer als het meest integer gezien.
Zonder meer een opsteker voor deze partijen. Maar ook een aansporing om hun naam hoog te houden.