Gedetailleerd doet de Staatsadministratie voor Religieuze Zaken (SARA) in 7 hoofdstukken en 52 artikelen uit de doeken wat aanvaardbaar gedrag is van geestelijken in China. Iedereen die een religieus ambt wil uitoefenen zal zich aan deze voorwaarden moeten houden.

Zo stelt artikel 3 uit het document ”Administratieve maatregelen voor religieus personeel” dat geestelijken het moederland lief moeten hebben en de leiding van de Chinese Communistische Partij moeten steunen. Ook moet men zich houden „aan het religieuze beleid van China, waarbij de nationale eenheid, etnische eenheid, religieuze harmonie en sociale stabiliteit worden gehandhaafd.”

Daarbij is het volgens artikel 12 verplicht om „weerstand te bieden tegen illegale religieuze activiteiten en religieus extremisme en weerstand te bieden aan infiltratie door buitenlandse krachten die religie gebruiken.”

Gecontroleerd

Ook de benoeming van geestelijke leiders komt in de voorschriften aan de orde. Rooms-katholieke bisschoppen in China moeten worden goedgekeurd door de door de regering geleide bisschoppenconferentie. De staat heeft op deze manier een stevige vinger in de pap. De opvolging van de ‘levende Boeddha’ in het Tibetaans boeddhisme wordt eveneens sterk gereguleerd.

Volgens een rooms-katholieke priester weerspiegelt het nieuwe document al de praktijk van alledag. „Religies worden nog steeds behandeld als staatsinstellingen en de verplichtingen van religieuze werkers als ambtenaren”, zei hij tegen nieuwsdienst Asia News. „Zozeer zelfs dat hun werk moet worden gereguleerd, gecontroleerd en geregistreerd als een civiele baan.”

Straffen

Een van de nieuwigheden is een databank die alle informatie van geestelijken zal bevatten. Lokale overheden moeten de gegevens over religieus personeel gaan bijhouden, inclusief „beloningen” en de „ontvangen straffen.” Alle gegevens zullen „tijdig” worden bijgewerkt.

De nieuwe voorschriften, die per 1 mei in werking zullen treden, passen helemaal in de sinificatie of ‘verchinezing’ die in het Aziatische land gaande is. De Chinese overheid wil dat alle religies zich aanpassen aan de ideologie van de Communistische Partij.

Hoewel China een enorm land is en de situatie regionaal sterk kan verschillen, worden de wetten die religie reguleren steeds strikter en verder uitgerold. In februari 2020 legde Peking al strenge nieuwe regels op voor religieuze groeperingen.

Kruis

Kerken en geestelijken die zich verzetten tegen de overheid, worden gestraft. Pastor Li Juncai van een huisgemeente uit de provincie Henan werd onlangs veroordeeld tot vijfenhalf jaar gevangenisstraf. Hij weigerde niet alleen het kruis van zijn kerk te verwijderen, ook wilde de predikant geen patriottische slogan en de nationale vlag in zijn kerk plaatsen.