Nog geen rol voor kinderen hoofdverdachte in strafzaak Ruinerwold
Vier kinderen van Gerrit Jan van D., hoofdverdachte in de Ruinerwoldzaak, krijgen vooralsnog geen gelegenheid hun stem te laten horen in de zaak. Hun advocaat had de rechtbank verzocht namens de kinderen het woord te mogen voeren op 18 februari. Op die dag zullen het Openbaar Ministerie en Van D.’s advocaten zich uitlaten over de vraag of Van D. verder vervolgd moet worden. De man is daar volgens deskundigen geestelijk niet toe in staat, nadat een herseninfarct in 2016 hem ernstige hersenschade heeft toegebracht.
Donderdag bepaalde de rechtbank dat het verzoek van de kinderen moet worden afgewezen, omdat de zaak zich momenteel concentreert op het al dan niet afblazen van de zaak van Van D. De kinderen vrezen dat ze in het geheel ongehoord zullen blijven, als de vervolging van Van D. wordt gestaakt.
Het OM beschuldigt Van D. onder meer van jarenlange vrijheidsberoving van zes van zijn kinderen. Hij leefde met hen op een boerderij nabij het Drentse dorp Ruinerwold, afgezonderd van de buitenwereld en volgens eigen, religieus geïnspireerde regels. Van D.’s vriend en ‘geloofsgenoot’ Josef B. is medeverdachte in de zaak, die in oktober 2019 aan het licht kwam.
De rechtbank beslist op 4 maart over de verdere vervolging van Van D.