Opinie
Ontkenning zoutvloei helpt geloof en wetenschap niet

De recente bewering dat steenzout niet kan stromen, strookt niet met de observaties. Mijnbouw en scheppingsvragen zijn niet geholpen met een hypothese die is gebaseerd op een onjuist uitgangspunt.

Willem Jan Blomen Nico Hardebol en Jan van Herk
Zout dat gewonnen is in het Friese Barradeel komt aan via buizen in een opslagloods van Frisia Zout in Harlingen. beeld ANP, Koen Suyk
Zout dat gewonnen is in het Friese Barradeel komt aan via buizen in een opslagloods van Frisia Zout in Harlingen. beeld ANP, Koen Suyk

Stef Heerema gaat in op de ondergrondse zoutwinning bij Barradeel, in de buurt van Harlingen (RD 21-1). Hij stelt vast dat de bodem in dat gebied na jarenlange zoutwinning niet terugveert en concludeert dan dat steenzout kennelijk niet kan stromen. Dat is een vreemde conclusie, want uit de praktijk blijkt dat steenzout wel degelijk kan vloeien. Toen de zoutwinning in Barradeel in 1995 begon, ontstond er een holle ruimte in de zoutlaag, maar die ruimte werd op een gegeven moment niet meer groter, hoewel er voortdurend zout werd weggehaald. Dit kwam doordat de lage druk in de ruimte zout op honderden meters afstand in beweging zette. Het toestromende zout vulde de ontstane ruimte steeds weer op, zoals je groeiende nagels na talloze keren knippen nog altijd ongeveer even lang zijn.

In Barradeel ging de zoutvloei echter boven verwachting snel. Sneller dan ooit bij het winnen van steenzout waargenomen was. Onderzoekers schreven dit toe aan de hoge temperatuur van het zout, waardoor het gemakkelijker kan stromen. Daarom werd in 2003 door TNO een computermodel gemaakt door de beweging van het zout na te bootsen. Op basis hiervan werd de voorzichtige voorspelling gedaan dat de bodem na het stoppen van de zoutwinning een paar centimeter zou opveren. Dat is tot nu toe niet gebeurd. En de vraag is of het zal gebeuren. Daar zijn tal van redenen voor te bedenken, maar die staan volledig los van het achterliggende feit dat zout kan stromen als stroop. Een foute weersvoorspelling is ook geen reden om meteorologische theorieën te verwerpen.

Verkeerd uitgangspunt

Uit Heerema’s publicaties van de afgelopen tien jaar blijkt dat hij eigen ideeën heeft over zoutvloei. Het uitgangspunt van Heerema’s idee is dat zoutvloei onmogelijk is als zout een vast gesteente is. Dit vertrekpunt blijkt onjuist te zijn. Net als andere gesteenten kan zout onder de juiste omstandigheden beginnen te stromen. We kunnen iets vergelijkbaars waarnemen in de vorm van gletsjers van vast ijs dat langzaam naar beneden stroomt. In het Zagrosgebergte in Iran bevinden zich zoutgletsjers waarin het zout heel langzaam als vast gesteente over het oppervlak stroomt. Daarom is Heerema’s verwerping van de standaardverklaring voor de vervorming van zoutlagen gebaseerd op een onjuist uitgangspunt. Niet de standaardverklaring, maar zijn verwerping ervan staat op losse schroeven.

Gebaat bij duidelijkheid

Hoewel Heerema’s model aanstuurt op een wereldwijde zondvloed, accepteren de meeste creationisten zijn ideeën niet. Laat staan dat zijn ideeën weerklank vinden onder geologen in het algemeen. Heerema’s ideeën over zoutvloei zijn in strijd met talloze feiten uit verschillende deelgebieden van de geologie. Een van die feiten is de waarneming van stromend zout bij Barradeel. Er zijn dus goede redenen om dit idee niet als uitgangspunt te nemen in een verklaring van de bodemdaling als gevolg van zoutwinning.

De samenleving is gebaat bij duidelijkheid over de effecten van zoutmijnbouw. Wetenschappers mogen kritisch bevraagd worden op hun verwachting over de bodemdaling boven een zoutwinningsgebied. Alternatieve ideeën hierover moeten wel passen bij relevante observaties. De ideeën van Heerema doen dat niet. Vragen over zoutwinning worden daardoor vertroebeld met een hypothese die de bedoeling heeft om de realiteit van de zondvloed aan te tonen. Maar het is voor de erkenning dat de Bijbel met gezag spreekt over de schepping niet nodig om Heerema’s ideeën te accepteren, zoals ook blijkt uit de scepsis onder creationisten.

Het op losse schroeven zetten van theorieën is iets wat wetenschap boeiend maakt. Maar discussies over wat er precies met zout in de ondergrond gebeurt, horen thuis in de geologische vakliteratuur. In de vakliteratuur worden deskundigen bereikt die voldoende kennis hebben om nieuwe ideeën op hun waarde te beoordelen. Zij kunnen bijvoorbeeld controleren of een hypothese strookt met de waarnemingen. Het idee dat zout niet kan stromen, doet dat in ieder geval niet.

Willem Jan Blom studeert aardwetenschappen en filosofie aan de Universiteit Utrecht. Nico Hardebol (op persoonlijke titel) is als structureel geoloog werkzaam voor het Staatstoezicht op de Mijnen. Jan van Herk is oud-beleidsadviseur delfstofwinning van het ministerie van Economische Zaken & Klimaat.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer