Bush als winnaar?
George Bush lijkt de winnaar van de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Veel wijst daarop, al zal uitslag van een belangrijke staat als Ohio de doorslag geven.De verkiezingscampagne was ongewoon fel. Dat kwam ook omdat de marges smal waren. Volgens het overgrote deel van de opiniepeilingen had Bush de leiding, maar zijn voorsprong op Kerry was te klein om harde conclusies te kunnen trekken.
Daarbij kwam dat de oorlog in Irak en breder gezien de oorlog tegen het terrorisme aan de verkiezingsstrijd een extra dimensie gaven. Was het Bush aan te rekenen dat hij het land op basis van onjuiste informatie gewikkeld had in een uitzichtloze oorlog? Of moest juist gezegd worden dat hij blijk gaf van moed en leiderschap door ook zonder de steun van tal van traditionele bondgenoten een gevaarlijke dictator aan te pakken?
Bovendien draagt de strijd tussen Republikeinen en Democraten sterker een ideologisch karakter dan enkele decennia geleden het geval was. Bush vertegenwoordigt de conservatief-patriottische waarden, die vooral in het zuiden en middenwesten worden aangehangen, terwijl Kerry staat voor het liberale gedachtegoed van de oostkust.
Vier jaar geleden leverde de verkiezingsuitslag een patstelling op, die pas na moeizame hertellingen en juridisch getouwtrek leidde tot het presidentschap van Bush. Niet iedereen was er echter van overtuigd dat alles eerlijk verlopen was.
Inmiddels is er aan de stemprocedures het een en ander veranderd en verbeterd, maar nog steeds geldt dat de kiezersregistratie en de gang van zaken rond de stemming geen schoonheidsprijs verdienen. In sommige opzichten doet het aan een derdewereldland denken. Dat heeft te maken met het feit dat iedere staat zijn eigen regels mag stellen, maar ook dat politici er belang bij hebben om de verkiezingen rommelig te laten verlopen.
Als George Bush inderdaad wordt herkozen, heeft hij het in ieder geval beter gedaan dan zijn vader. Hij krijgt dan de gelegenheid om geleidelijk aan de militaire bezetting van Irak af te wikkelen. Trouwens, ook Kerry zal het als president niet kunnen maken om de Amerikaanse troepen ineens uit dat land terug te trekken.
Daarnaast krijgt Bush vier jaar de tijd om in zijn binnenlandse politiek iets te laten zien van zijn christelijke geloofsovertuiging. Daaruit zou het verschil moeten blijken met zijn liberale tegenkandidaat. Slaagt hij erin de ruimte voor abortus verder in te perken? Weet hij iets waar te maken van zijn ”compassionate conservatism”, conservatisme met een hart, waar hij in de vorige campagne zozeer de nadruk op legde?
Of heeft het beklemtonen van christelijke waarden vooral een functie gehad in de verkiezingscampagne om kerkelijk betrokken kiezers te binden? In de Amerikaanse politiek is het gebruikelijk om niet met één mond te spreken maar met vele, in de hoop zo veel mogelijk kiezersgroepen te trekken.
In ieder geval geldt dat een Amerikaanse president in zijn tweede ambtstermijn wat meer de handen vrij heeft. Hij hoeft zich niet meer druk te maken over zijn herverkiezing en kan daardoor laten zien waar hij werkelijk voor staat.