McConnell noemt opvatting partijgenote „kanker” voor Republikeinen
Mitch McConnell, de leider van de Republikeinen in de Amerikaanse Senaat, heeft maandag vernietigend uitgehaald naar een controversieel lid van zijn partij, het lid van het Huis van Afgevaardigden Marjorie Taylor Greene. Hij noemde haar denkbeelden „kanker" voor de Republikeinse Partij.
Greene, congreslid namens de staat Georgia, is een fanatiek supporter van oud-president Donald Trump. Ze houdt vol dat hij de verkiezingen heeft gewonnen en schroomt daarnaast niet om allerlei bizarre samenzweringstheorieën te verspreiden.
De 46-jarige politica beweert ze dat er bij de aanslagen van 11 september 2001 geen vliegtuig in het Pentagon is gevlogen. Daarnaast denkt ze dat het bloedbad in 2018 met 17 doden op een school in Florida in scene is gezet om het recht op wapenbezit in te perken. Ze claimt dat Bill en Hillary Clinton verantwoordelijk zijn voor de dood van de zoon van oud-president John F. Kennedy die om het leven kwam bij een vliegtuigongeluk. Ook gaf ze likes bij posts op sociale media waarin werd opgeroepen om Nancy Pelosi, de Democratische leider van het Huis, te vermoorden.
„Iemand die dit soort uitspraken doet leeft niet in de realiteit”, zei McConnell tegen politiek magazine The Hill.
De Democraten willen Greene, onder meer vanwege haar steun voor de bestorming van het Congres, uit alle commissies van het Huis te zetten, als de leiding van de Republikeinen dat niet doet.
Greene lijkt niet van plan om in te binden: „De echte kanker voor de Republikeinse Partij zijn zwakke Republikeinen die alleen weten hoe ze gracieus moeten verliezen. Dit is waarom we ons land aan het verliezen zijn,” postte ze op Twitter. Greene beweert dat ze steun geniet van Trump, en zei dat ze hem zaterdag telefonisch heeft gesproken. Ze verzekerde dat ze zich „nooit zal verontschuldigen” voor haar opmerkingen en acties.
De Amerikaanse grondwet maakt het mogelijk dat een lid van het Huis van Afgevaardigden door collega’s uit het Congres wordt gezet. Daar is dan wel een twee derde-meerderheid in het Huis voor nodig. Dat een Congreslid uit het ambt wordt gezet, is in totaal maar vijf keer voorgekomen. De twee recentste gevallen waren in 1980 en 2002 en hadden te maken met veroordelingen voor corruptie.