Het ministerie van Buitenlandse Zaken wil het Vredespaleis renoveren om asbest te verwijderen, het pand brandveilig maken en rechtszalen opknappen. In ruil daarvoor moet de Carnegie Stichting dan wel het eigendom van het monumentale pand opgeven.

En daar zit het pijnpunt. Het is onmogelijk om het eigendom over te dragen, zegt de stichting die belast is met onderhoud en beheer van het Vredespaleis. Er is „groeiende irritatie” over de renovatie van het gebouw uit 1913.

De Tweede Kamer kreeg van beide partijen een toelichting. Daar werd duidelijk dat er flink wat chagrijn is. In het Vredespaleis zetelen onder meer het Internationaal Gerechtshof en het Permanente Hof van Arbitrage.

De verwijten vlogen over en weer. Volgens het ministerie zijn de hoven ontevreden over de dienstverlening van de stichting die jaarlijks meer dan 4 miljoen euro subsidie krijgt. Ook zouden de financiële stromen niet transparant zijn.

Voorzitter Piet Hein Donner van de Carnegie Stichting vindt de houding van het ministerie „vreemd en onvruchtbaar”. Het „irriteert” hem dat het beeld wordt geschapen dat er niet transparant wordt gedaan over het geld.

Volgens hem is al jaren duidelijk dat de subsidie te laag is. Daardoor gaat de dienstverlening aan de hoven achteruit. Die willen onder meer betere beveiliging, maar daar ontbreekt het geld voor, aldus Donner, die er ook op wees dat de boeken jaarlijks worden gecontroleerd.

De stichting heeft ook nooit om een grote renovatie van 150 miljoen euro gevraagd, zei Donner. „Dat is nooit nader verklaard” en lag „opeens” op tafel. Wel is er in 2016 om 8 miljoen euro gevraagd om asbest aan te pakken. Verder is het volgens hem niet nodig om te verhuizen tijdens de renovatie.

Het ministerie blijft hopen snel tot overeenstemming te komen en is bereid te kijken naar andere oplossingen voor het onderpand. Donner is bereid om nauw samen te werken, maar „we willen ons niet zelf opheffen”.