Bekerzwam, met dank aan prins Maurits
„Hier zou het moeten zijn”, wijst paddenstoelenkenner Rob Chrispijn, behoedzaam balancerend op de steile stadswal van Steenwijk. Op deze plek vond hij eind november een voor Nederland nieuwe paddenstoel. Maar daarna ging het vriezen.
Het is hartje winter, maar de zon schijnt vandaag uitbundig en brengt de temperatuur ruim boven nul. Op de flank van de op het zuiden gerichte stadswal van het oude Overijsselse vestingstadje Steenwijk komt juist het eerste speenkruidje uit de knop.
Meters dieper ligt de gracht, met daar achter een lagere wal. Tegenover de aan de eredienst onttrokken Onnakerk springt de wal verder naar buiten. „Dit is het kleirondeel”, vertelt Chrispijn. Hij is Amsterdammer van geboorte, maar woont nu in Vledderveen, een Drents dorpje ten noorden van Steenwijk.
„In de Tachtigjarige Oorlog was Steenwijk een strategische plek. De stad had echter geen muur, alleen een wal. Die was opgebouwd uit een mengsel van zand en veen, want dat was hier volop. Tijdens belegeringen wisten de Spanjaarden de wal met brandende kanonskogels in brand te schieten.” Dat klinkt gek, maar is eigenlijk vrij logisch als je bedenkt dat turf als brandstof werd gebruikt.
„Daarom gaf prins Maurits opdracht hier op de zuidelijke punt een met een kleilaag versterkt rondeel aan te leggen. Dit was wellicht het enige punt vanwaar de stad benaderd kon worden; aan de andere zijden lag onbegaanbaar veenmoeras.”
Het kleirondeel werd aangelegd in 1627, toen de stad na vele machtswisselingen definitief in staatse handen was.
In de negentiende eeuw werd een groot deel van de stadswal verwijderd, maar in 2000 werd het overgebleven gedeelte in ere hersteld. En twintig jaar later dook er opeens een paddenstoel op die tot dan toe alleen één keer in de Alpen en een paar keer in Midden-Frankrijk was gevonden.
„Ik doe al meer dan twintig jaar als vrijwilliger tamelijk intensief mycologisch onderzoek”, vertelt Chrispijn. „Twee jaar geleden benaderde de provincie Overijssel mij en andere mycologen om paddenstoelrijke bermen kaart te brengen. Al snel vond ik hier een bijzondere gordijnzwam, en met dat in gedachten kwam ik hier eind november terug, net voor sluiting van het onderzoek. Dit is immers de enige kleigrond in de omgeving.”
Nachtvorst
De hellingen worden begraasd door schapen, die evenwijdige looppaadjes maken waardoor de kans op uitglijden en in de gracht plonzen verkleind wordt. De mycoloog daalt de helling af naar de plek waar hij de paddenstoeltjes vond. „Vorige week stonden ze er nog; de nachtvorst van begin december hadden ze overleefd. Maar of ze nog meer vorst kunnen verdragen is de vraag.”
Een argeloze wandelaar zou ze niet zien, maar hem vielen ze op: zo’n 5 centimeter groot en spierwit. „Ik zag meteen: dit is iets bijzonders. Maar tot mijn verbazing was er geen enkele witte bekerzwam bekend. De meeste zijn bruin, een enkele paars of geelachtig.”
Hij stuurde zijn exemplaren op naar een specialist, die ze ook niet kende, tot hij zich herinnerde ooit iets gelezen te hebben over een witte bekerzwam. En jawel, die was het: de zeer zeldzame Peziza pudicella. Nooit noordelijker gevonden dan Frankrijk. Omdat de zwammetjes bij het ouder worden naar bruin verkleuren, stelt Chrispijn als Nederlandse naam blonde bekerzwam voor.
Afstanden
Het was zeker niet de eerste keer dat Chrispijn een voor Nederland nieuwe soort vond; dat gebeurt om de paar jaar wel. „Een paddenstoel verspreidt miljoenen sporen, die door de wind over grote afstanden verspreid kunnen worden. Maar ze zijn zo klein dat ze geen voedingsstoffen bevatten, dus moeten ze op exact de juiste plek terechtkomen om uit te groeien tot nieuwe schimmel. De kans dat je de Staatsloterij wint is groter dan dat een bepaalde spore ontkiemt.”
Tussen het mos –„vaak een goede indicatie voor paddenstoelen”– en het korte gras speurt hij rond en… raak. Misschien wel duizenden kilometers verwijderd van hun dichtstbijzijnde soortgenoten, midden in de winter, hebben twee, drie vlezige, zandkleurige zwammetjes, slechts een paar centimeter groot, standgehouden. Met dank aan prins Maurits.