Terug naar het fotorolletje: wachten op het resultaat is het leukst
Nooit eerder maakten we zo veel foto’s als tegenwoordig. Met een digitale camera en vooral de smartphone klik je dan ook eindeloos door. Toch kiezen steeds meer mensen weer voor ouderwetse fotorolletjes. Slow fotografie is in. „Doordat ik niet op het schermpje kan kijken of de foto is gelukt, focus ik me beter op het fotograferen zelf.”
Vroeger ging het zo. Tijdens een familiereünie of etentje met vrienden maakte je een foto en na twee klikken ging het niet meer. Rolletje vol. Nou ja, duimen dan maar dat deze zijn gelukt. De week erna bracht je het rolletje weg, drie dagen later kon je de afdrukken ophalen. Wat een gedoe.
En toen kwam de digitale camera. Die veranderde alles, zo is onder meer te zien op sociale media. Dagelijks worden miljoenen kiekjes gepost op Facebook, Instagram, Snapchat en Twitter. Alleen al op Facebook staan naar schatting 140 miljard foto’s. Elke twee minuten worden er wereldwijd zelfs meer foto’s gemaakt dan in de hele negentiende eeuw. Deze onophoudelijke waterval van vaak achteloos gemaakte beelden leidt de laatste jaren tot een tegenreactie. Steeds meer mensen gaan weer naar analoge, ouderwetse oldskoolfotografie. Inclusief de rolletjes en het geduldig wachten op het resultaat.
Aandacht
„Als ik een digitale foto maakte, keek ik meteen op het scherm om te kijken of de foto was gelukt”, vertelt Jascha van der Wijden (32) uit Bloemendaal. „Dat leidde af, waardoor ik vaak het volgende mooie moment miste. En tegelijk kon ik honderden foto’s achter elkaar maken, wat afbreuk deed aan mijn concentratie en aandacht. Voor mij was de keus om op analoge fotografie over te stappen daarom een heel overtuigde.” Maar eerst moest Van der Wijden nog leren hoe dat ook alweer ging, een rolletje goed in de camera zetten. „De eerste keer had ik het rolletje niet goed ingespoeld en zat ik na het schieten van 36 plaatjes nog steeds met een lege film. En het knopje om de volle fotorol terug te spoelen ontdekte ik ook te laat. Ik maakte de camera open waardoor alle foto’s overbelicht raakten en ik de rol weg kon gooien.”
José Chan (28) uit Den Haag herkent het gedoe met de rolletjes. „Nadat ik mijn eerste analoge camera had gekocht ben ik gaan uitzoeken hoe je een rolletje erin doet en eruithaalt.” Chan maakt veel huwelijksreportages en dat deed ze eerst digitaal. Dat veranderde toen ze het analoge werk van sommige collega’s zag. „Ik vond de kleuren en de sfeer van die foto’s erg mooi. Zachter dan op de digitale.”
Van der Wijden ziet dat verschil ook duidelijk: „Analoge foto’s zijn vaak iets doffer en hebben een korrel in het beeld, terwijl foto’s die gemaakt zijn met de smartphone of digitale camera meestal haarscherp zijn. Dat doet op de een of andere manier afbreuk aan de impact ervan, naar mijn idee.”
„Voor mijn fotografielessen op de grafische opleiding moest ik een spiegelreflexcamera kopen”, zegt Evelien Oerlemans (33) uit Tilburg. „Dat werd een analoge. Er ging een wereld voor me open. Alle knopjes, instellingen en de verschillende lenzen en filters fascineerden me. Ik had nog nooit zelf zo veel invloed gehad op het eindresultaat van mijn foto’s. Ik was meteen verkocht.” En ook al is het gros van haar huidige werk digitaal –„het is makkelijker, minder bewerkelijk en niet meer weg te denken uit de maatschappij”–, ze leerde de kneepjes van het vak met analoge toestellen. „Ik zie dat analoge fotografie steeds meer wordt gebruikt als kunstvorm.”
Geklungel
Met de slimme smartphone en digitale camera mislukt geen enkel plaatje meer. Intussen verdwijnen de meeste van die vaak achteloos gemaakte foto’s in de praktijk op USB-sticks, externe schijven of in de krochten van de computer. Waar ze vervolgens nooit meer worden bekeken. En dat is een ander punt dat pleit voor analoog, vinden de fotografen. Van der Wijden: „Je moet het doen met een rolletje van 24 of 36 opnames en bovendien kun je het resultaat niet meteen zien. Dat lijken beperkingen, maar eigenlijk ga je hierdoor juist veel bewuster fotograferen. Waar je met digitaal doorklikt –want het maakt toch niet uit–, schiet ik nu maximaal één of twee foto’s van een onderwerp omdat anders het rolletje vol is. En bovendien kijk ik niet elke keer op mijn scherm om te checken of de foto goed is. Dat leidt enorm af van het moment.”
Oerlemans ervaart dat ook zo: „Je kijkt met een analoge camera veel beter naar licht, compositie en details. Je hebt immers maar een x-aantal foto’s die je kunt maken. Hierdoor denk ik langer na en probeer ik allerlei posities en kaders uit voordat ik afdruk.” „Maar zelfs dan weet ik nog steeds niet altijd of de foto is gelukt”, zegt Van der Wijden. „Bij foto’s die ik geregeld spontaan op straat maak, moet ik het afwachten.” Juist dat wachten is volgens de fotografen een van de leukste facetten van analoog fotograferen. Oerlemans: „Ik neem regelmatig wegwerpcamera’s mee op vakanties of dagjes weg. Ik maak dan een paar foto’s per keer, dus het kan soms wel een jaar duren voordat zo’n cameraatje vol is en heb ik echt geen idee meer wat er allemaal op staat. Dan is het heel verrassend om het resultaat te zien.”
De drie zien om hen heen steeds meer mensen, helemaal of gedeeltelijk, overstappen op analoge fotografie, ook jongeren. Toch zal oldskoolfotografie het digitaal fotograferen nooit gaan vervangen, denken ze. Qua snelheid en gebruiksgemak wint digitaal het ruimschoots van de analoge camera. Oerlemans: „Het is voor de laatste paar generaties dan ook bijna niet te bevatten, zo’n rolletje waarmee je maar 24 foto’s kunt maken.” En ondanks hun liefde voor analoge fotografie, worden ze er zelf geregeld aan herinnerd dat ze in een digitale wereld leven. Chan: „Soms vergeet ik dat ik een analoge camera in de hand heb en check ik uit automatisme de achterkant van mijn camera om de foto te bekijken.”