Vijftig kilo maar een grote mond
Chaufferen is mannenwerk, wil het cliché. Maar internationaal vrachtwagenchauffeur Jacqueline Arts (28) uit Uden houdt zich al vijf jaar staande tussen haar ruim 90.000 mannelijke collega’s. „Niet erg. Maar ik moet me wel altijd tien keer meer bewijzen.”
Jacqueline Arts weet dat ze een eenling is in haar beroepsgroep. „Ik ben in de afgelopen jaren in het buitenland maar twee keer een vrouw tegengekomen achter het stuur. En die kwamen allebei uit Nederland.” Van de bijna 100.000 Nederlandse chauffeurs zijn er nu maar 2500 vrouw, zo’n 3 procent. De Vakopleiding Transport en Logistiek, VTL, zou graag meer vrouwen achter het vrachtwagenstuur zien, en voert campagne.
Jacqueline Arts rijdt inmiddels vijf jaar op het buitenland, op dit moment voor een internationaal transportbedrijf in Veghel. Haar ervaring is dat de meeste vrouwen buitenlandse ritten niet zien zitten. „Ze rijden liever in Nederland.” In de loop der tijd zag ze er nogal wat afhaken. „Ze vinden het toch te zwaar worden, met name tussen de mannen. En je moet ook wel een beetje gek zijn van dit beroep om het te doen. Ik denk dat alles mogelijk is als je het maar echt wil.”
Het streven van VTL kan Arts wel waarderen. Ze is ervan overtuigd dat vrouwen toch moeilijker aan een baan komen in haar sector. „Er wordt toch raar tegen je aangekeken. Als ik solliciteerde, vroegen ze: Je belt zeker voor je vriend? Gelukkig was ik bij een bekend transportbedrijf begonnen. Dat opende deuren.”
Een meisjesdroom kwam voor Jacqueline uit met het halen van het rijbewijs. „Ik was altijd al dol op vrachtwagens. Eerst reed ik met mijn vriend mee, later haalde ik zelf mijn rijbewijs. Een flinke investering, toen zo’n 17.000 gulden. Het verhaal ging vroeger dat wanneer je overal mislukt, je altijd nog chauffeur kan worden. Nou, die tijd is voorbij.”
Binnen drie maanden haalde ze haar groot rijbewijs. „Dat is snel.” Daarna moest ze meteen op het buitenland rijden. „Al op de tweede dag werd ik naar Barcelona gestuurd, inclusief een weekend. Ik ben in het diepe gegooid, maar dat bleek toch de beste leermethode, al kreeg ik het er wel warm van. Ik weet nog hoe opgelucht is was toen ik op de terugreis de bordjes van Frankrijk weer zag.”
Het reizen naar het buitenland brengt extra ongemakken met zich mee. Diefstal, prostitutie langs de weg, en de bejegening door collega’s met een borrel op. Je leert ermee omgaan, meent Arts. „Als het weekend is en ik drink ergens nog iets, dan zorg ik dat ik vroeg weer in m’n cabine ben.” En ook daar gelden voorzorgsmaatregelen. „Wanneer ik laat een parkeerplaats oprijd gaan eerst de gordijnen dicht en dan pas doe ik het licht aan. En ’s nachts gaat er een stevige spanband tussen beide deuren. Dat is vooral tegen diefstal trouwens.”
Een vol truckerscafé loopt ze inmiddels gerust binnen. „Dat was ook behoorlijk wennen, maar ik heb het toch maar vanaf het begin gedaan. Altijd maar in je cabine is ook zo wat. Zo heb je tenminste nog wat aanspraak.” Maar het moet niet te gek worden. Naar Italië rijdt de blonde chauffeur liever niet meer. „Dat is midden in de machocultuur. Dan kloppen collega’s op je deur of je koffie komt drinken. Geen probleem om daar nee op te zeggen, maar ze weten van geen ophouden.” Lastiggevallen is ze ook wel. „Dan ben je blij dat als er wat Nederlandse of Britse chauffeurs om je heen staan. Die kunnen bijspringen als het nodig is.”
Arts weigert deze zaken als nadelen van haar beroep te zien. „Je komt dat overal tegen, en zeker in de uitgaanswereld. In Amsterdam moet je ook niet alleen laat over straat gaan.”
De statistieken liegen niet: vrouwen zijn voorzichtiger in het verkeer. Ook in een vrachtwagen? Arts: „Zeker weten. Ik heb zelf nog nooit een deukje schade gereden. Je merkt dat vrouwelijke collega’s een stuk voorzichtiger met de spullen omgaan. Dat moet ook wel. Iedereen let op je.”
Best een nadeel soms, vindt Jacqueline. „Ik moet me tien keer meer bewijzen. Als ik met een oplegger achteruit naar zo’n schuin uitlaaddok rijd, dan kijkt de halve fabriek toe. Als een man drie of vier keer heen en weer moet steken kijkt er geen kip van op.”
Sowieso wordt ze overal nagekeken. „Het valt me niet eens meer op.” Maar flauwe grapjes over vrouwen achter het stuur hoort ze nooit. „De meesten weten wel dat ik achter het stuur m’n mannetje sta. Ik weeg 50 kilo, maar heb een behoorlijk grote mond. Die heb je af en toe wel nodig.”
Aan het clichébeeld van een trucker voldoet Arts naar eigen zeggen maar ten dele. „Ik heb niet van die grote indianen op mijn vrachtwagen geschilderd, alsjeblieft niet. Maar van truckerfestivals houd ik wel. En van truckermuziek natuurlijk: Henk Wijngaard. Prachtig.”