Chinese president waarschuwt voor ‘Koude Oorlog-mentaliteit’
De Chinese president Xi Jinping heeft opgeroepen tot meer economische samenwerking in de wereld. Daarbij drong hij er bij andere regeringsleiders op aan om „ideologische vooroordelen” op te geven en een „achterhaalde Koude Oorlog-mentaliteit” te mijden, aangezien China volgens hem toch de eigen weg zal blijven inslaan, ongeacht westerse kritiek.
Het gaat om Xi’s eerste grote toespraak sinds de inauguratie van de Amerikaanse president Joe Biden. Kenners zien in de woorden van de Chinese leider de toonzetting van de Chinese-Amerikaanse betrekkingen in de komende jaren. Hoewel Xi Biden niet bij naam noemde, waren veel van zijn opmerkingen duidelijk gericht op de nieuwe Amerikaanse regering.
„We moeten een open wereldeconomie opbouwen, discriminerende en uitsluitende normen, regels en systemen weggooien en belemmeringen voor handel, investeringen en technologische uitwisselingen wegnemen”, stelde Xi op de Davos Agenda, een virtuele bijeenkomst die als alternatief dient voor het World Economic Forum (WEF) dat doorgaans in het Zwitserse skioord Davos plaatsvindt. Tijdens zijn toespraak hintte Xi erop dat hij de dialoog met het Witte Huis wil herstellen, en riep hij landen op om „het politieke vertrouwen te vergroten door middel van strategische communicatie.”
Bidens voorganger Donald Trump begon nog een handelsoorlog tegen China, waarbij Washington en Peking elkaar bestookten met extra importheffingen voor honderden miljarden dollars aan goederen. De ondertekening van een gedeeltelijk handelsakkoord maakte in januari 2020 een einde aan die strijd. Maar in de laatste maanden van het presidentschap van Trump namen de spanningen tussen de landen weer toe door veel Amerikaanse sancties richting Chinese bedrijven.
Dat er van Amerikaanse kant waarschijnlijk weinig gaat veranderen in de opstelling richting China, bleek onlangs al. Aankomend Amerikaans minister van Financiën Janet Yellen verklaarde voor de Senaat dat de Amerikaanse regering oneerlijke handelspraktijken van het Aziatische land stevig moet aanpakken. Ze noemde als voorbeelden de diefstal van intellectueel eigendom door bedrijven uit de Aziatische grootmacht, maar ook de gedwongen afdracht van technologische kennis door buitenlandse bedrijven die actief willen worden in het land. Daarnaast hekelde de voormalige voorzitter van de Federal Reserve de prijsdumping en marktverstorende subsidies waar China zich schuldig aan zou maken.
