Conflict op Sulawesi laait weer op
Meer dan 1000 vluchtelingen zijn nog steeds niet teruggekeerd naar hun huizen na een conflict tussen christenen en moslims op het Indonesische eiland Sulawesi, waarvan de kampong Mamasa het centrum vormt. Het geschil tussen de beide groepen ontstond nadat de Indonesische regering de regio Mamasa bestuurlijke zelfstandigheid gaf. De afgelopen weken laaide het conflict weer op.
„Deze maatregel veroorzaakt de nodige onrust in de regio”, aldus ds. H. Last, secretaris van deputaten buitenlandse zending van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK). De CGK hebben daar contact met de Gereja Toraja Mamasa (GTM), een kerk die is ontstaan uit zendingswerk van het Nederlandse kerkverband.
Volgens ds. Last begonnen de onlusten ongeveer anderhalf jaar geleden. „De centrale regering in Jakarta stelde toen een wet voor die de stad Mamasa en omringende dorpen een vorm van bestuurlijke en dus ook politieke zelfstandigheid gaf. De inwoners van dit gebied wilden dat graag en ook had het district voldoende omvang. Tot op dat moment viel het overwegend christelijke Mamasa onder het district Polewali. In de meeste dorpjes stond men positief ten opzichte van de regeringsplannen.”
Het plaatsje Mambi vormde een uitzondering, aldus ds. Last. „Daar woonden relatief meer moslims dan in de andere kampongs in dit gebied. Zij waren bang om onder een regering te komen die voor een deel uit christenen bestond. Dit leidde tot onlusten. Huizen werden leeggeroofd en in brand gestoken en ook kwamen er verschillende mensen om het leven.”
Onlangs laaide het conflict weer op omdat op 16 oktober na gehouden verkiezingen de nieuwe wetgeving zou ingaan. Moslims hingen op diverse plaatsen in de stad spandoeken op om daarmee hun afkeer van de plannen te tonen. Christenen verwijderden echter de uitingen van onvrede. Ook verjoegen zij Andi Jalilu, een prominent tegenstander van de wet, uit Mamasa. Volgens Ali Baal, een regeringsfunctionaris, keerde Jalilu echter op 15 oktober terug met honderden aanhangers om christenen aan te vallen. Honderden mensen ontvluchtten de stad. Een kerk en ten minste 34 huizen werden door opstandeling in brand gestoken. Ten minste twee mensen kwamen door de onlusten om het leven.
In de kampong Mamasa wonen veel christenen. In het dorp is het centrum van de Gereja Toraja Mamasa (GTM) gevestigd. Veel christenen in Mamasa en omstreken zijn lid van deze kerk. Op dit moment telt de GTM ongeveer 140.000 leden en 150 predikanten. De onlusten in het gebied beïnvloeden ook de kerk. Veel leden van de gemeente in Mambi zijn na de golf van onlusten uit het dorp vertrokken.
Ds. A. Pappalan is predikant in de GTM en studeert op dit moment aan de Theologische Universiteit in Apeldoorn (TUA). Hij heeft de gemeente van Mambi gediend als predikant. Ds. Pappalan en zijn gezin volgen de situatie in Mamasa nauwgezet. „Veel familie van ons woont in Mamasa en Mambi. Het is heel moeilijk om met hen in contact te komen, want er is geen telefoon en mailen gaat ook niet. We zijn bezorgd over hun situatie en bidden of God voor hen wil zorgen.”
De overheid heeft 400 militairen en politiemensen naar de regio gestuurd om verdere ongeregeldheden te voorkomen. Ds. Last verwacht geen langdurige onlusten. „Inmiddels lijkt er een oplossing gevonden te zijn voor het conflict: de vorming van een nieuw district, Midden-Sulawesi, waar Mambi dan ook onder valt.”
De predikant benadrukt dat dit conflict niets te maken heeft met de andere conflicten op Sulawesi, „waarbij heetgebakerde religieuze fanatici elkaar te lijf gaan. Gelukkig is het in het gebied rond Mamasa altijd relatief rustig gebleven.”