Cultuur & boeken

Otto de Bruijne schildert hoop en herstel tegen gitzwarte achtergrond

Kleurrijke visioenen van de profeten Ezechiël en Zacharia. Tegen een gitzwart decor gloort voorzichtig het licht van herrijzenis en hoop – zo zien de schilderijen van Otto de Bruijne eruit.

Marie Verheij
25 January 2021 10:01
Otto de Bruijne bij twee van zijn schilderijen.  beeld Marie Verheij
Otto de Bruijne bij twee van zijn schilderijen.  beeld Marie Verheij

Op het moment dat hij wordt gebeld voor een interview, maakt kunstenaar Otto de Bruijne (1949) zijn dagelijkse fietsronde in de regio van zijn woonplaats Voorthuizen. De natuur inspireert hem altijd, of het nu een „merkwaardige boom is, een rare knotwilg of een doorbrekende zon in het wolkendek.” Toen de coronacrisis in maart 2020 uitbrak, keerden De Bruijne en zijn echtgenote terug van hun gebruikelijke overwintering in Spanje. Normaliter tekent hij zijn ontwerpen in Spanje en werkt hij deze thuis in zijn atelier uit als schilderij.

Ballingschap

Maar vorig jaar werd alles anders voor de kunstenaar, die ook theoloog, spreker en schrijver is. Spreekbeurten en andere verplichtingen werden gecanceld. Daardoor kreeg De Bruijne ruimschoots de tijd om te schilderen voor de tentoonstelling ”Lichtdragers”, waarvoor hij samen met keramiste Heather Douglas was ingeroosterd voor een expositie in Museum Sjoel Elburg. En dat deed hij dan ook met verve, van negen tot vijf met hier en daar een pauze.

Hij blikt terug op een vruchtbare periode. Speciaal voor ”Lichtdragers” richtte De Bruijne zich op de ballingschap van het Joodse volk ten tijde van de profeet Ezechiël. „Het is een donkere periode in de geschiedenis van Israël. Toch zie je bij de profeten Ezechiël en Zacharia heel veel hoop doorschemeren. Het huidige Jodendom in Europa, dat geplaagd werd en wordt door antisemitisme, mag zich hierdoor gesterkt weten”, zegt hij.

20.000 stippen

„In een aantal hoofdstukken van Ezechiël kijk je als het ware vanuit een put naar boven en zie je de hemel oplichten. Dit is het dal van de dorre doodsbeenderen. In mijn werk verbind ik dat met Auschwitz als het allerbelangrijkste momentum in de geschiedenis. Op mijn schilderij heb ik 20.000 stippen geschilderd – die samen de 6 miljoen omgebrachte Joden verbeelden. Ieder puntje is een asvlekje, een botje, een stukje vlees – een mens. Zij gaan door zeven schoorsteenpijpen heen (Auschwitz) en de rook waaiert uit in de zevenarmige kandelaar ofwel chanoeka.” De chanoeka herinnert aan de herinwijding van de tempel in het jaar 164 voor Christus en staat zo voor herrijzenis en hoop.

Tegen gitzwarte achtergronden krijgt Ezechiël indrukwekkende visioenen, vertelt De Bruijne. Als kunstenaar verbeeldt hij de ervaring van de profeet als die dwars door de put, het dal van de doodsbeenderen en de vernietiging van zijn volk en cultuur heen, mag kijken naar het beloftevolle licht van de toekomst. Al zijn schilderijen gaan dan ook over de omslag van donker naar licht, van oud naar nieuw, van dood naar levend water, van een puinhoop naar een nieuwe tempel.

Veelzijdig

Zowel als spreker, als schrijver en als schilder presenteert Otto de Bruijne op een creatieve manier Bijbelse thema’s. Hij is autodidact en tekent al vanaf zijn vroege kinderjaren, toen hij opgroeide in Zaandam (basisschool) en Zandvoort aan Zee (middelbare school). Lange tijd was hij stafmedewerker van de hulporganisatie Tear, waarvan hij een van de oprichters was. Hij werkte in Kenia op het gebied van training en toerusting. Ook was hij tien jaar werkzaam bij de Evangelische Omroep als programmamaker en presentator. Zijn veelzijdigheid vat hij zelf samen onder de naam „creatieve communicatie in het teken van geloof, hoop en liefde.”

Na zijn veertigste, vanaf 1992, richtte De Bruijne zich naast het spreken en schrijven bijna volledig op het schilderen en de beeldende kunst. „Deze drie grootheden zijn eigenlijk niet goed te verenigen”, legt hij uit. „Schrijven en spreken vraagt veel van je ratio. Terwijl schilderen en tekenen meer via je creatieve en intuïtieve kant tot uiting komen.”

Inspiratie

Zijn schilderijen zijn contrast- en kleurrijk, grafisch, symbolisch en verhalend. „Ik put inspiratie uit de werken van kunstenaars als Joan Miró, Marc Chagall en Mordecaï Ardon, die ook symbolisten, coloristen en verhalenvertellers waren. Zij vertellen een verhaal en gaan daar symbolisch mee om. Ze hanteren ‘pictogrammen’ om het verhaal vorm te geven. Bovendien werken ze met kleur. Chagall blijft dicht bij het Bijbelse verhaal en dat maakt hem voor mij zo bijzonder.”

Van de (zwart-wit)tekeningen die De Bruijne in Spanje maakte, liet hij er twaalf op aluminium platen printen – te zien in Elburg, uiteraard na de lockdown. Negen schilderstukken maakte hij op doek, vijf op masoniet (hardboard), het liefst vierkant, „waardoor je meteen alle kanten uit kunt.” En met acrylverf – hij hanteert gemengde technieken: grafisch met scherpe lijnen, sterke contrasten en zorgvuldig uitgekozen vormen. „Ik werk symbolisch – zo kan de mens voor mij een veertje, icoontje of andere vorm voorstellen.”

Hemelwagen

Otto de Bruijne wijst in het bijzonder op de door hem verbeelde ”hemelwagen”, waarover in Ezechiël te lezen is. „Een surrealistisch beeld. Ik ontdekte dat de Babyloniërs in die tijd een praalwagen hadden waarop de goden werden rondgedragen. Zoiets moet Ezechiël hebben gezien. Daarboven ziet hij dan de gestalte van de Schepper – en dit heeft me zodanig geboeid dat ik er een plastiek van heb gemaakt.”

Informatie

De tentoonstelling ”Lichtdragers” is tot en met 28 augustus te zien in Museum Sjoel Elburg. In verband met de lockdown is het museum in ieder geval tot en met 9 februari gesloten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer