Mijn instrument: Violiste Carla Leurs gebruikt strijkstok als schilderskwast
De internationaal bekende violiste Carla Leurs (42) koos ooit voor de viool om iets anders te doen dan haar klasgenoten. Elaine Bart (9) uit Veenendaal raakte ook verliefd op het strijkinstrument. Ze nam haar viool zelfs een paar keer mee op vakantie.
Violiste Carla Leurs: „Vioolspelen vergelijk ik weleens met paardrijden. Ik vind de lastigste paarden het leukst. Dus koos ik ook een viool die lastig is. Mijn man zou zeggen: soort zoekt soort.
De viool waarop ik nu speel is de Lupot: een Franse viool uit 1808. Ook wel de Stradivarius van Frankrijk genoemd. Ik heb hem in bruikleen via het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds; een eigen viool is te prijzig. Hoe ik de Lupot zou omschrijven in drie woorden? Vertrouwd, mijn maatje, mijn stem. Het bijzondere aan een viool is dat deze de menselijke stem benadert. Aan de klank van de viool kan ik collega’s zelfs herkennen.
Ik word graag uitgedaagd door een instrument. Het moet klikken met het karakter. De Lupot heeft een heel eigen geluid: pittig en rauw. Het is geen viool van dertien in een dozijn. Er een mooie klank uit halen is lastig; met simpelweg spelen klinkt het niet meteen goed. Je moet er echt voor werken. Maar als je er voor werkt, geeft hij het je ook.
Een van de lastige dingen aan mijn viool is dat er een zogenaamde wolf op een van de snaren zit. Bij één toon worden de trillingen zo erg dat de viool het niet aan kan. Soms gaat de toon ook fluiten. De Lupot heeft daar redelijk last van. Daarom heb ik hem de bijnaam Wolfje gegeven.
De strijkstok is heel belangrijk bij het spelen: dat is de kwast van de schilder. Je brengt er nuance mee aan in de klank. Ik had heel lang een andere vioolstok. Op een gegeven moment kon ik daar niet zoveel meer in ontdekken. Toen ik een nieuwe kreeg, was het alsof ik opeens vier kleuren groen kon maken in plaats van één.
Muziek speelde geen heel grote rol in ons gezin. Eigenlijk kwam ik toevallig bij de viool terecht. Toen ik zes was, vond mijn moeder het een leuk idee dat ik op pianoles zou gaan. Maar daar was ik te klein voor. Toen mocht ik kiezen tussen blokfluit of viool. Ik had geen idee wat een viool was, maar alle andere kinderen in de klas speelden blokfluit. Dus ik dacht: doe mij die andere maar.
Ik ben wel echt een violiste. Zie mezelf niet op een hobo spelen, of op een fluit. Ik word heel blij van het vioolrepertoire. Als violist kun je kiezen uit veel mooie stukken. Er is veel kamermuziek en solomuziek voor viool geschreven. Ik hou ontzettend van de vioolconcerten. Daarin schittert de viool het meest. In kamermuziek kun je veel verschillende kleuren maken. Eigenlijk vind ik viool in alle vormen geweldig. Ook in bijvoorbeeld ”Wanneer ik U niet vind” van Sela. Als de viool daar geen rol had, zou het lied half niet zoveel impact hebben denk ik.
Wie wil kennismaken met vioolmuziek, moet eens de muziek van ”Schindler’s List” beluisteren. Dat is in de film gespeeld door Itzhak Perlman, een topviolist uit de vorige eeuw – en mijn leraar geweest. Dat stuk raakt iedereen.
De Lupot bespeel ik nu vijftien jaar. Inmiddels heb ik het gevoel dat ik alles heb ontdekt en ben ik op zoek naar een nieuw instrument. De afgelopen weken had ik een andere viool in huis, een Guadagnini. Die heeft een gouden randje. Ik zoek een viool die net zo pittig is als de Lupot en net zo’n gouden randje heeft als de Guadagnini.
Je raakt helemaal verweven met het instrument, mijn hele spel heeft zich aangepast aan deze viool. Niks heb ik zoveel gedaan als vioolspelen. Alleen slapen.”