Hoewel de groei van de economie en het aantal inwoners door de coronacrisis stil zijn komen te staan, gaat het college van burgemeester en wethouders ervan uit dat de ontwikkeling van de hoofdstad zich wel weer voortzet. De afgelopen jaren kwamen de negatieve effecten naar voren van de status van Amsterdam als internationale metropool. Zo nam de druk op de stad flink toe waardoor huizen- en huurprijzen explodeerden. Daardoor is het vooral voor mensen met een lager of middeninkomen en kleine ondernemers lastig een plek te vinden in de stad.

De stad is uit balans geraakt en de coronacrisis heeft de verschillen tussen Amsterdammers nog eens extra belicht, meent het stadsbestuur. Het college ziet er echter niks in om de deur dicht te gooien onder het mom „de stad is vol”. Dat verplaatst de problemen alleen maar naar de regio.

Het stadsbestuur wil de inrichting van stad en regio wezenlijk veranderen. Flinke investeringen zijn daarom nodig in infrastructuur, voorzieningen en stedelijk en landelijk groen. De grootste uitdaging is het duurzamer maken van Amsterdam, met andere energiebronnen en een minder verspillende manier van leven. De stad moet ook rigoureus vergroenen met door heel Amsterdam meer en betere natuur, onder meer door nieuwe parken aan te leggen. Het stadsbestuur wil ook minder auto’s in de stad.

In Noord, Nieuw-West en Zuidoost komen nieuwe centra en tussen stadsdelen wil het college nieuwe aansluitingen, zoals mogelijk twee IJ-oeververbindingen en een fietsbrug over de Amstel. Ook staat het plan om de Noord-Zuidlijn door te trekken naar Schiphol in de visie.

Volgens GroenLinks-wethouder Marieke van Doorninck (ruimtelijke ontwikkeling en duurzaamheid) is vastgoed in de stad verworden tot een beleggingsobject en zijn investeringen in infrastructuur en groen achtergebleven. „Als we willen dat de stad de komende jaren bereikbaar blijft voor onze kinderen én nieuwe Amsterdammers uit binnen- en buitenland, zullen we de groei de komende dertig jaar moeten omarmen, maar ook duidelijk richting moeten geven en grenzen moeten stellen.”

Het geld voor de plannen in de visie moet de komende jaren worden gevonden binnen de begroting, laat een woordvoerster weten.