Column (Rina Molenaar): Leven van wat komt
„Durfkapitalisten blijven ondanks de coronacrisis flink investeren in Europese startups.” Google maar op investeren in coronatijd en je leest deze zin als eerste. Je ziet dan enorme investeringen in startups. De cijfers van 2020 zijn hoger dan die in de laatste helft van 2019. Het ongelooflijke optimisme van menig investeerder is bewonderenswaardig. Door alles heen klinkt er hoop op winst en rendement.
Vanmorgen stemde ik af op Radio 1 en kreeg ik weer een staaltje ondernemersoptimisme mee. Mkb’ers vertelden waarom ze in coronatijd toch een bedrijf startten. Ik betrapte me erop dat ik deze positieve berichtgeving wel verfrissend vond na alle perikelen rond het vaccin, het grote nieuws van de bestorming van het Capitool en de val van het kabinet in eigen land.
„Corona pakt mijn dromen niet af. Ik had een plan en dat ga ik uitvoeren, ook in deze onzekere coronatijd. Er komen vast betere tijden met meer zekerheid en dan ga ik nog meer winst maken!” aldus de desbetreffende ondernemer.
Investeren in onzekere tijden vraagt lef en durf. Juist dan weten we dat de uitvoering van projecten anders loopt dan we gepland hadden. En toegegeven: zo’n verhaal op Radio 1 geeft naast wat lucht en ontspanning natuurlijk ook wel vragen.
Toen ik deze ondernemer hoorde, dacht ik ongewild aan de mooie uitspraak: „Als ik wist dat morgen de wereld zou vergaan, zou ik vandaag nog een appelboom planten.” Mijn gedachten dwaalden naar de ondernemers met wie we in 2020 via ons werk in contact kwamen. Samen met het Fair Factory Development Fund had Woord en Daad in dat moeilijke jaar veel contact met lokale ondernemers in Afrika en Azië. Ze ondernemen al jarenlang in onzekere omstandigheden in landen met een zwakke economie en belemmerende wet- en regelgeving. Ze leven, werken en investeren met wat er komt.
Nederlandse ondernemers trekken hierin al enkele jaren samen op door sociale-impactinvesteringen. In ontmoetingen met investeerders en ondernemers leren we steeds bij, want ondernemen in ontwikkelingslanden is echt anders dan in ons land.
Eén ding is zeker na deze jarenlange ervaring: lef en moed zijn niet voldoende om in deze werelddelen te investeren. Het vraagt ook geloof en overgave. Omdat deze ondernemers ons leren niet vast te klampen aan de overtuiging dat er betere tijden komen, maar te leven van wat komt.
Ik denk aan ondernemer Tauhid uit Bangladesh, die een grote jutefabriek met veel werknemers runt. Toen Tauhid hoorde dat naast een zakelijke investering ook sociale programma’s opgepakt konden worden, begonnen zijn ogen te twinkelen. Hij kreeg de kans om op duurzame wijze woningen te bouwen voor zijn werknemers. De gedachte dat zijn gehandicapte werknemers zouden genieten van een veilig dak boven hun hoofd, maakte Tauhid warm en blij.
Of Jason uit Sierra Leone, die aan de leiding staat van een grote rijstfabriek en in coronatijd meer dan ooit ziet hoe belangrijk het is om de lokale voedselproductie te stimuleren. Maar de rijstboeren hebben het moeilijk. Duizenden loyale boeren die al langer aan de fabriek verbonden waren, profiteerden al van renteloze leningen als voorschot op de oogst. Maar nieuwe boeren meldden zich aan en samen met Jason bogen we ons over de vraag: Hoe gaan we om met deze nieuwe groep, die onze steun hard nodig heeft? Het antwoord lag in Sierra Leone al klaar: de renteloze leningen waren door de fabriekseigenaar vanuit zijn eigen kapitaal al verstrekt; ze hielpen de boeren het hongerseizoen door. Bijzonder!
Ook deze ondernemers in het Zuiden willen dit jaar met zwarte cijfers draaien. Zij laten ons echter zien dat investeren in deze omstandigheden meer vraagt dan alleen naar cijfers te kijken. Resultaten die ze terloops tegenover de investeerders benoemen en die klein lijken, zijn onbetaalbaar. Zoals de ondernemer die vanuit zijn kippenslachterij in Ethiopië elk jaar met Pasen kip en andere voedingsmiddelen rondbrengt bij de allerarmsten in zijn omgeving en daarbij het Evangelie verspreidt. Die winst is niet in geld uit te drukken, maar in een oneindig groot en kostbaar rendement.
De auteur is directeur-bestuurder bij Woord en Daad.