Vaderlijke goedheid

Lukas 12:32

16 January 2021 07:56

„Vrees niet, gij klein kuddeken; want het is uws Vaders welbehagen ulieden het Koninkrijk te geven.”


Leest en herleest Lukas 12:22-32, het hoofdstuk van onze tekst, waarin troost ligt.

De voorname reden waarom zij ook voor hun eeuwige staat niet hoeven te vrezen, is omdat God hun Vader is, en omdat zij het Koninkrijk zullen ontvangen als een vrucht van Gods welbehagen, en dus niet om hun verdiensten of goede werken.

Alsof Jezus zei: „Al is het ook dat gij in u nog vele gebreken vindt, en elke dag tegen de Heere zondigt; al is het ook dat gij geen enkele plicht zonder enige daaraan klevende zonde kunt betrachten; al is het ook dat gij zondigen zult tot aan uw laatste ademtocht, toch hoeft gij niet te vrezen; want de genadegiften en de roeping van God zijn onberouwelijk (Romeinen 1:29).

Mijn hemelse Vader is door Zijn genade ook uw Vader geworden. Niettegenstaande u van nature kinderen des toorns waart, gelijk ook de anderen, heeft Hij u om Mijnentwil tot kinderen aangenomen. En gelijk nu een vader zich ontfermt over zijn kinderen, ontfermt Zich de Heere over degenen, die Hem vrezen (Psalm 103:13).

En nu schenkt Mijn Vader u allerlei voorrechten. Hij heeft u ook uit genade overgebracht in het Koninkrijk der genade, en eenmaal zal Hij u overbrengen in het Koninkrijk der heerlijkheid. Daar zult gij met Mij zitten in Mijn troon, gelijk Ik met Mijn Vader gezeten ben in Zijn troon.”

Wulfert Floor,
oefenaar in Driebergen

(”Al de eenvoudige oefeningen”, 1913)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer