Zet bewindslieden ‘in de hoek’ maar laat ze niet opstappen
Op de basisschool werd ik soms de klas uitgestuurd. Of ik moest in de hoek. Aan het einde van de dag kon ik vertellen wat ik ervan geleerd had. En ging de blik weer vooruit. In Den Haag gaat het anders.
Het komt in Den Haag voor dat je een fout maakt en dat je direct op kunt stappen.
Neem Ferd Grapperhaus. Zijn bruiloft heeft hem bijna zijn baan gekost. Mark Harbers en Menno Snel hadden minder geluk.
Het kan nog verder gaan: zelf geen fout maken, maar politiek verantwoordelijk gehouden worden alsof je wel zelf die fout gemaakt hebt. Het wordt weer actueel in de discussie over de consequenties van de toeslagenaffaire. Niet je verantwoordelijkheid genomen destijds, wetend of onwetend, en dus direct of indirect een fout gemaakt? Dan kun je als bewindspersoon opstappen. Een nieuwkomer kan je plek invullen, met vervolgens een nog groter risico op soortgelijke fouten.
Wat lost het uiteindelijk op? En welke genoegdoening geeft het? Stel: het kabinet stapt eind januari op. Verantwoordelijkheid genomen, toch? Netjes.
Maar vervolgens regeert dezelfde ploeg bewindslieden nog zes weken demissionair door tot aan de verkiezingen. En het hoeft helemaal niet gek te lopen als we veel bewindslieden vervolgens weer terug zien in een nieuw kabinet. Je kunt ook omgekeerd redeneren: juist met het oog op dit logische scenario, kun je inhoudelijk gezien net zo goed niet aftreden. Aftreden onderstreept immers het symbolische, dus inhoudelijk weinig zeggende, karakter.
Hoek
Ik filosofeer even door: je zou bijna pleiten voor een ‘hoek’ in de Tweede Kamer. Een hoek waarin Kamerleden en ministers net zolang staan totdat het ongemakkelijk wordt, ze de kans krijgen een fout of verkeerde inschatting toe te geven en ze vervolgens opnieuw verantwoordelijkheid mogen nemen. Met nieuwe motivatie.
Natuurlijk is dit maar een gedachtenoefeningetje, maar in de kern heeft het idee wel iets van waarde. Degene die een fout toegeeft, beterschap wil en belooft alles in het werk te stellen de fout te herstellen of goed te maken, die persoon is onvervangbaar. Het is iemand met een gezicht, iemand die persoonlijk zal strijden voor herstel omdat hij zelf aan de zaak verbonden is. Ongetwijfeld, er moet recht gedaan worden aan al die ouders die onnoemelijk veel leed hebben doorstaan als gevolg van de toeslagenaffaire. Maar wie kan hier beter een rol in spelen dan zij die bij de fouten en het onrecht betrokken waren? Is dat niet veel meer waard dan politieke symboliek?
Zegt weinig
Daarom: het eventueel opstappen van het kabinet: het zal politiek gezien wel zo horen, maar het zegt me inhoudelijk erg weinig. En mogelijk zegt het veel van de betrokken ouders ook heel weinig (alhoewel ik dat natuurlijk niet voor hen wil invullen).
Liever zie ik bewindslieden die na het toegeven van een verkeerde inschatting pal blijven staan (met goedkeuring van de Kamer natuurlijk) en proberen een bijdrage te leveren aan het herstel van zaken die verkeerd waren. En natuurlijk, het een zal het ander echt niet per definitie uitsluiten, dat snap ik ook. En voor al de betrokken ouders hoop ik dat ons kabinet dat ook snapt.
De auteur is coördinator arbeidsvoorwaardenbeleid bij vakorganisatie RMU.
Reageren? sociaal@refdag.nl