CBG-voorzitter: afwijken van vaccinatievoorschriften onverstandig
Ton de Boer, voorzitter van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG), noemt het „onverstandig” dat verschillende landen overwegen af te wijken van de vaccinatievoorschriften van de producenten. Dat zei hij woensdagmiddag na de goedkeuring van het vaccin van Moderna in Europa. Sommige landen willen de tijd tussen de eerste en tweede prik verlengen, of vaccins van verschillende producenten combineren bij een persoon.
Een reden voor onder andere het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Denemarken om de tweede prik uit te stellen, is om meer mensen dan de eerste inenting te kunnen geven. „Dat is niet aan te raden met de kennis die we nu hebben”, zegt De Boer.
Het vaccin van BioNTech-Pfizer en dat van Moderna werd bij de onderzoeksgroepen in twee keer toegediend met respectievelijk drie en vier weken ertussen. „Dat betekent dat je tussen die twee prikken in niets over de werkzaamheid kan zeggen. Het kan zijn dat je slechter beschermd bent of dat je korter beschermd bent. Dat weten we allemaal nog niet. Wat we wel weten is hoe de werkzaamheid is als je twee prikken krijgt met de geadviseerde termijn ertussen. En dus is dat wat wij als medicijnenautoriteit adviseren: het vaccin gebruiken zoals het is getest.”
Het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) stelt dat er voor het vaccin van BioNTech/Pfizer maximaal 42 dagen mag zitten tussen het toedienen van de eerste en tweede dosis. Die termijn moet worden gerespecteerd om volle bescherming te bieden, aldus het agentschap.
De optie om mensen met twee verschillende coronavaccins in te enten noemt De Boer „heel merkwaardig”. Dit combineren mag van de Engelse gezondheidsdienst PHE in uitzonderlijke gevallen. De Boer: „Als je het mij vraagt moet je pas vaccineren als je zeker weet dat je ook het tweede, zelfde vaccin beschikbaar hebt. Ik zou het heel gek vinden als je zegt: ‘laten we gewoon beginnen met vaccineren en kijken van welke firma het vaccin daarna het land binnenkomt en dan gaan we dat spuiten’”.