Tientallen van zijn lijfwachten en aanhangers zwaaiden Arafat bij zijn vertrek uit Ramallah uit. Sommigen huilden en een slecht uitziende Arafat deed zijn best om te glimlachen.

Het is voor het eerst sinds mei 2002 dat Arafat zijn hoofdkantoor in Ramallah heeft verlaten. De Israëlische premier Ariel Sharon stemde er in een telefoongesprek met zijn Palestijnse ambtgenoot Ahmed Qurei in toe dat Arafat naar het buitenland wordt overgebracht. Volgens het Arabisch-Israëlische Knesset-lid Ahmed Tibi, die geldt als een vertrouweling van Arafat, heeft Dov Weisglass, een naaste medewerker van Sharon, de garantie gegeven dat Arafat na zijn behandeling in Parijs naar Ramallah mag terugkeren, als zijn toestand dat toelaat.

In Ramallah hielden specialisten uit Egypte, Jordanië en Tunesië zich met Arafat bezig. Uit bloedonderzoek is gebleken dat hij te weinig bloedplaatjes heeft. Volgens zijn artsen is de oorzaak daarvan nog niet duidelijk, maar berichten dat hij leukemie heeft werden door hen tegengesproken. Arafat bracht donderdag het grootste deel van de dag slapend door. Hij was te zwak om te staan en kon geen eten binnenhouden. Volgens zijn lijfarts Ashraf Kurdi verkeert Arafat niet in direct levensgevaar.

De Amerikaanse president Bush uitte zich bezorgd over de slechte gezondheid van Arafat. „We zijn duidelijk bezorgd over zijn gezondheid, zoals we bezorgd zouden zijn over de gezondheid van elke leider”, aldus Bush in het dagblad USA Today van vrijdag. Amerikaanse ambassades en consulaten houden de ontwikkelingen zeer zorgvuldig in de gaten.

De vrees bestaat dat de dood van Arafat tot chaos in de bezette Gazastrook en Westelijke Jordaanoever zou leiden.