Coronazorgen oorzaak van negatieve jaarstart Wall Street
De Amerikaanse aandelenbeurzen zijn maandag met flinke minnen gesloten. Waar voorbeurs het sentiment nog uitstekend leek, maakte onzekerheid zich meester van beleggers. Oplopende uitbraken van het coronavirus en strengere maatregelen in verschillende landen zouden het economische herstel wereldwijd flink dwars kunnen zitten, zo is de vrees. Ook wordt gekeken naar de tweede ronde van de senaatsverkiezingen in Georgia, waar bepaald wordt of de Democraten het naast in het Huis van Afgevaardigden ook voor het zeggen krijgen in de Senaat in Washington.
De Dow-Jondesindex sloot 1,3 procent lager op 30.223,89 punten. De breed samengestelde S&P 500 daalde 1,4 procent tot 3702,34 punten, terwijl techbeurs Nasdaq 1,5 procent inleverde tot 12.698,45 punten.
Maker van elektrische auto’s Tesla was een van de positieve uitblinkers op de eerste handelsdag van 2021. Het aantal afgeleverde auto’s haalde net de eigen doelstelling van topman Elon Musk van 500.000 niet, maar Tesla voldeed daarmee ruimschoots aan de verwachtingen op Wall Street. Tesla steeg 3,4 procent en daarmee werd het bedrijf voor het eerst meer dan 700 miljard dollar waard.
Techbedrijven als Apple (min 2,6 procent) en Amazon (min 2,1 procent) kregen een stevige tik. Zakelijke berichtendienst Slack had te maken met een urenlange storing en daalde 0,6 procent. Het bedrijf wordt overgenomen door Salesforce, dat op zijn beurt 1 procent daalde.
De aandeelhouders van Fiat Chrysler (plus 0,6 procent) hebben zich uitgesproken voor de fusie van de Italiaans-Amerikaanse automaker met het Franse PSA. De aandeelhouders van het bedrijf achter de merken Peugeot, Citroën en Opel hadden zich eerder op de dag al achter de fusie geschaard.
Vliegtuigbouwer Boeing daalde 5,3 procent. Het bedrijf had te maken met een adviesverlaging.
Olie staat ook in de belangstelling nu de OPEC-landen en bondgenoten bijeen zijn om te praten over de productie in februari. Eerder op de dag steeg de olieprijs toen er optimisme was over een snel besluit. De olieproducerende landen bereikten echter geen akkoord, met name omdat Rusland de productie volgende maand wil verhogen. Een vat Amerikaanse olie werd 2,5 procent minder waard en wisselde voor 47,33 dollar van eigenaar. Brent-olie werd 2,1 procent goedkoper en was 50,69 dollar per vat waard.
De euro noteerde 1,2245 dollar. Bij het slot van de Europese beurzen was dat nog 1,2255 dollar.