Buitenland

Het botert steeds minder tussen Turkije en Iran

De vijandigheid tussen Iran en Turkije neemt zienderogen toe. Dat uit zich in het nastreven van totaal verschillende belangen in het Midden-Oosten en de landen daar omheen.

Martin Janssen
21 December 2020 18:32
Erdogan grossiert in antiwesterse retoriek. beeld AFP, Adem Altan
Erdogan grossiert in antiwesterse retoriek. beeld AFP, Adem Altan

Het is vandaag de dag moeilijk voor te stellen dat in een niet al te ver verleden Turkije en Iran de twee meest seculiere staten van het Midden-Oosten waren. Beide landen waren gewaardeerde bondgenoten van het Westen en Turkije werd in 1952 zelfs lid van de NAVO. De Iraanse Revolutie van 1979 vormde een duidelijk omslagpunt in dat land. Het was een sjiitisch-islamitische revolutie die een tijdperk beëindigde en een nieuwe periode inluidde.

Met de Iraanse Revolutie van 1979 begon de totale islamisering van de Iraanse samenleving. De Iraanse ayatollahs moeten in elk geval worden nagegeven dat ze van hun hart geen moordkuil maakten. Het Westen en Israël waren „duivels” die dienden te worden bestreden, maar de hoofdprijs ging naar de Verenigde Staten, die door Teheran werden uitgeroepen tot grote satan.

Wie de afgelopen jaren naar de retoriek van de Turkse president Erdogan heeft geluisterd, zou zich kunnen afvragen wat er eigenlijk met het seculiere Turkije is gebeurd? Erdogan heeft bepaalde Europese regeringsleiders vergeleken met nazi’s en ondertussen maakte hij van het beledigen van de Verenigde Staten zo ongeveer een nationale sport in Turkije. De ayatollahs in Teheran verklaren voortdurend dat ze Israël van de kaart willen vegen. Een doelstelling die ze met 
de Palestijnse Hamasbeweging delen, die daarom altijd op Iraanse steun kon rekenen.

De oorlog in Syrië gooide echter roet in het eten. Sinds het begin van deze oorlog in 2011 heeft Teheran alles op alles gezet om het Syrische regime in Damascus in het zadel te houden. Uiteraard werd van Hamas hetzelfde verwacht, maar hier begon plotseling het religieuze bloed te kriebelen. Tot ontzetting van Iran koos de soennitische Hamas de zijde van de veelal soennitische Syrische oppositie, met als gevolg dat Teheran de geldkraan dichtdraaide.

Tot vreugde van Hamas diende Turkije zich toen als nieuwe broodheer aan. Het tekende de animositeit tussen Turkije en Iran, die trouwens in de Syrische burgeroorlog totaal verschillende prioriteiten hadden. De Turkse president Erdogan had al zijn kaarten gezet op het ten val brengen van het Syrische regime, dat juist op alle mogelijke wijzen door Iran werd gesteund.

De recente oorlog in Nagorno-Karabach heeft dit conflict nog verscherpt. In de Turkse media verschenen opeens artikelen waarin de territoriale integriteit van Iran in twijfel werd getrokken. Er werd gesuggereerd dat de Azeri’s die in het noorden van Iran woonden zich wellicht zouden willen aansluiten bij hun volksgenoten in Azerbeidzjan. Mahmoud Ahmadi Bighash, die in de buitenlandcommissie van het Iraanse parlement zit, reageerde furieus. Hij zei dat „de zieke president van Turkije bezig was om Iran uit elkaar te drijven.”

Boze betogers voor het Turkse consulaat in de Iraanse stad Tabriz hadden zo hun eigen boodschap voor Erdogan, die in 2016 met een militaire staatsgreep werd geconfronteerd. Ze herinnerden Erdogan eraan dat hij „zonder Iraanse hulp de nacht van de coup hetzelfde lot zou hebben ondergaan als de Egyptische president Morsi.” Die werd afgezet.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer