Economie

Scholsector eist behendigheid van Veerman

Landbouwminister Veerman wil in Brussel zijn best doen voor aanvaardbare scholquota in 2005. Hij moet echter „behoedzaam manoeuvreren” als EU-voorzitter van visserijministers. De bewindsman verwacht ook iets van de sector zelf: meer verse vis en minder afslagen bijvoorbeeld.

Redactie economie
28 October 2004 10:56Gewijzigd op 14 November 2020 01:48
URK – De eerste schepen van scholvissers blijven deze week in de haven omdat de quota vol zijn gevist. Voorzitter A. van Urk van vissersorganisatie PO Oost pleitte donderdag bij minister Veerman voor hogere quota of een zak met geld. Foto Flying Focus
URK – De eerste schepen van scholvissers blijven deze week in de haven omdat de quota vol zijn gevist. Voorzitter A. van Urk van vissersorganisatie PO Oost pleitte donderdag bij minister Veerman voor hogere quota of een zak met geld. Foto Flying Focus

Het advies van de visserijbiologen is hard aangekomen in Urk, het centrum van de Nederlandse platvissector. Hoewel de scholstand iets verbetert, adviseren internationale biologen een vangstreductie van 40 procent. In december stellen de Europese ministers van Visserij de definitieve quota voor 2005 vast.

Veerman zal deze vergadering voorzitten. Hij belooft zijn best te doen voor aanvaardbare quota. Dat zei hij onder andere gisteren op een bijeenkomst over de toekomst van de sector, die de Visafslag Urk had georganiseerd. „Wij zullen het maximale eruit halen. Ik blijf strijden voor een evenwicht tussen de vangst op korte termijn en de visbestanden op lange termijn.”

Voor A. van Urk, voorzitter van de Urker vissersorganisatie PO Oost, gaat die toezegging niet ver genoeg. „Deze week blijven de eerste schepen in de haven omdat de quota vol zijn gevist. Mijn zorg is hoe we deze negatieve spiraal kunnen doorbreken. Op deze manier houden we het hoofd niet boven water. En als het u in Brussel niet lukt om hogere quota te krijgen, neem dan maar een zak met geld mee.”

Minister Veerman erkent de problematiek, maar vraagt ook begrip voor zijn moeilijke situatie. „Ik moet behoedzaam manoeuvreren. Enerzijds moet ik als voorzitter een neutrale positie innemen. Anderzijds wil ik natuurlijk vechten voor het Nederlandse belang. Ik kom pas naar huis als ik de vissers weer onder ogen kan komen.”

De bewindsman vindt echter ook dat de keten moet veranderen. „De aanvoer van vis is sterk gedaald, toch hebben we nog steeds dezelfde afslag- en handelsstructuur. Verandering is nodig omdat het karakter van de markt is gewijzigd.”

De visserijsector wacht volgens Veerman een gelijksoortige verandering als die de producenten en handelaren in groente en fruit eerder ondergingen. Als voorbeeld van hoe de sector zich toekomstgericht zou kunnen organiseren, haalt hij dan ook het ”Greenery-model” aan.

In dat veranderingsproces moeten vissers en handelaren zich meer op de markt richten. Want de afnemer is volgens de minister bepalend. Producten van hoge kwaliteit zouden daarbij het uitgangspunt moeten zijn. „Probeer nichemarkten op te zoeken voor kwalitatief hoogwaardige vis. Richt u zicht bijvoorbeeld meer op de markt van verse vis en minder op de diepvriesmarkt.”

De beoogde omschakeling vraagt een andere organisatie van de visafslagen. Nederland telt er elf. Andere grote veilingen zijn die in IJmuiden, Den Helder en Stellendam. Volgens Veerman moet deze vishandel „op enkele plekken geconcentreerd” worden. „Zo verdwijnt ruis in de prijsvorming en kunnen visafslagen meer als intermediair tussen visser en afnemer optreden.”

Veerman doet een beroep op de leiders binnen de sector. „Er is behoefte aan mensen die taboes durven doorbreken en risico’s nemen. Dat is moeilijk, maar het kan wel.”

De visserij staat nog niet te popelen om het ”Greenery-model” te omarmen. Zo willen de vissers geen afstand doen van de veilingklok. In de groente- en fruitsector worden steeds vaker grote contracten buiten de klok om afgesloten. Verder zijn vissers bang voor de macht van grote marktpartijen zoals supermarkten.

Voorzitter B. Daalder van de Federatie van Visserijverenigingen benadrukt dat de visserijsector van huis uit „traditioneel” van karakter is. Veranderingen moeten daarom toegesneden worden op die aard. De komende jaren moeten vissers, handelaren en overheid gezamenlijk daaraan werken. Want dat de sector moet inspelen op de huidige ontwikkelingen staat voor hem als een paal boven water. „De wereld om ons heen verandert. Wij moeten meeveranderen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer