Slob dreigt scholen met identiteitsverklaring over homoseksualiteit met boete
Scholen die in hun identiteitsverklaring hebben staan dat ze homoseksualiteit afwijzen, kunnen in het uiterste geval een boete krijgen.
Dat schrijft minister Slob voor Basis- en Voortgezet Onderwijs in een brief die hij vrijdagavond naar de Tweede Kamer stuurde. De bewindsman denkt dat er geen scholen meer zijn die in de identiteitsverklaring expliciet homoseksualiteit afwijzen, maar als ze er toch zijn, krijgen ze te maken met de Onderwijsinspectie. Die zal hen vragen dergelijke bepalingen uit de identiteitsverklaring te schrappen. Doen ze dat niet, dan krijgen de scholen te maken met sancties vanuit het ministerie. In het uiterste geval kan de overheid (een deel van) de bekostiging stopzetten.
„Zodra blijkt dat in welke school dan ook toch nog een verklaring gebruikt wordt die leerlingen vanwege hun seksuele identiteit afwijst, spreek ik die scholen daarop aan. Ik verwacht dat scholen zulke verklaring aanpassen en in lijn brengen met de Algemene wet gelijke behandeling. Zo niet, dan kan de inspectie op basis van onderwijswetgeving optreden”, zo schrijft de bewindsman.
De koepel van reformatorische scholen, de VGS, heeft na het debat over de burgerschapswet begin november op verzoek van het ministerie navraag gedaan bij haar leden of ze identiteitsverklaringen gebruiken en zo ja, welke. Uit die inventarisatie is volgens VGS-woordvoerder Kees de Groot gebleken dat geen enkele school in de VGS-achterban aan ouders een verklaring ter ondertekening voorlegt die leerlingen vanwege hun seksuele identiteit afwijst.
„Wij willen een veilig schoolklimaat voor leerlingen en personeelsleden", stelt hij. „Christelijk-reformatorische scholen moeten een plaats zijn waar personeelsleden en leerlingen met homoseksuele gevoelens, net als ieder ander, veilig zijn en vriendschap en verbondenheid kunnen ervaren met collega’s of medeleerlingen." Binnen dat veilige schoolklimaat hebben leerlingen ruimte om uit komen voor hun homoseksuele gevoelens, aldus De Groot. „Tegelijk is er openheid om elkaar in liefde aan te spreken op gedrag dat afwijkt van de Bijbelse normen."
Slob kwam begin vorige maand onder vuur te liggen omdat hij in de Tweede Kamer uitlegde dat scholen volgens de geldende wetten de vrijheid hebben om in identiteitsverklaringen te stellen dat ze homoseksualiteit af te wijzen.
Een dag later verklaarde Slob echter dat een dergelijke verklaring “een brug te ver” was en dat hij zou laten onderzoeken of er scholen zouden zijn die dergelijke verklaringen gebruiken.
In een interview in het Nederlands Dagblad antwoordt Slob zaterdag op de vraag of reformatorische scholen mogen zeggen dat seksualiteit thuishoort in een huwelijk tussen één man en één vrouw: „Scholen mogen dat vinden. Het is niet zo dat iedereen hetzelfde moet denken. Maar dan heb je er wel bij te zeggen dat de Nederlandse wet ook toestaat dat mensen van hetzelfde geslacht met elkaar kunnen trouwen. Het belangrijkste is dat scholen, of ze nu openbaar, gereformeerd, reformatorisch of rooms-katholiek zijn, zorgen voor een veilig schoolklimaat. Scholen mogen iets vinden en de vrijheid van onderwijs is een groot goed, maar daarbij hoort ook de verantwoordelijkheid dat kinderen gelijk worden behandeld. De inspectie controleert of scholen genoeg aandacht hebben voor seksuele diversiteit. In het laatste onderzoek bleek dat dit niet op alle scholen op orde is. Op dat lijstje stond overigens geen reformatorische school.”