VS zetten nog tientallen Chinese bedrijven op zwarte lijst
De Verenigde Staten hebben nog tientallen Chinese bedrijven op een zwarte lijst gezet, waaronder de grote chipproducent SMIC. De stap lijkt een ultieme poging van president Donald Trump om zijn stempel te drukken op de Chinees-Amerikaanse relaties.
In totaal zijn er meer dan zestig bedrijven en gelieerde ondernemingen toegevoegd aan de zogenoemde entiteitenlijst, zo is bevestigd door de Amerikaanse minister van Handel Wilbur Ross. Het gaat onder meer om bedrijven die banden hebben met het Chinese leger. Ook zouden sommige ondernemingen hebben geholpen bij de aanleg van kunstmatige eilanden in de Zuid-Chinese Zee. Met dat soort praktijken probeert China territoriale claims in die wateren te ondersteunen.
De Amerikanen hadden SMIC, het grootste chipbedrijf uit de Volksrepubliek, al langer in het vizier. Vorige maand voegde het ministerie van Defensie de onderneming al toe aan een zwarte lijst van vermeende Chinese militaire bedrijven. De nieuwe toevoeging aan de entiteitenlijst dwingt SMIC om een speciale licentie van het ministerie van Handel aan te vragen voordat een Amerikaanse leverancier het bedrijf belangrijke goederen zou kunnen sturen.
Eerder kwam onder meer het grote technologieconcern Huawei Technologies al op de zwarte lijst van Washington te staan, mede door vermeende risico’s op spionage voor de Chinese overheid. Amerikaanse bedrijven mogen nu geen gevoelige technologie meer aan Huawei verkopen. Zowel SMIC als Huawei spreken de Amerikaanse beschuldigingen aan hun adres tegen.
Onlangs verbood Trump ook al Amerikaanse investeringen in Chinese bedrijven die eigendom zijn van het leger, of door het leger gecontroleerd worden. Trump probeert op deze manier in de laatste paar weken van zijn presidentschap de teugels aan te trekken in de harde lijn richting China. Ook wordt zo zijn opvolger Joe Biden voor het blok gezet als het gaat om een harde aanpak van China. De Chinese overheid ergert zich aan de gang van zaken en blijft er volgens een woordvoerder op aandringen dat de VS stoppen met „hun onrechtmatige activiteiten tegen buitenlandse bedrijven”.