Nog niet alles gaat goed bij medische onderzoeken
Het medisch-wetenschappelijk onderzoek dat in de Nederlandse ziekenhuizen wordt gedaan is op een goed niveau, hoewel er wel verbeteringen mogelijk zijn, concludeert de gezondheidsinspectie na onderzoek.
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) controleerde in 2018 en 2019 de manier waarop academische ziekenhuizen hun zogeheten klinische onderzoeken uitvoeren. Dat zijn onderzoeken waarmee wetenschappers nieuwe of betere behandelingen van ziektes hopen te vinden.
Volgens de inspectie viel tijdens de controles op dat de veiligheid van proefpersonen in klinische onderzoeken „zo goed mogelijk bewaakt wordt”. Ook over onder meer het monitoren van de risico’s van studies en het vastleggen van afspraken tussen verschillende betrokkenen is de IGJ te spreken.
Toch ging niet alles goed. Zo was een aantal onderzoekers in overtreding door studies niet volgens de geldende protocollen uit te voeren. Ook werden sommige onderzoeken gestart, voordat proefpersonen hier schriftelijk voor hadden getekend. Daarnaast werd niet altijd binnen de wettelijke termijn gemeld dat onderzoeken om veiligheidsredenen waren beëindigd. Het is ook voorgekomen dat onderzoekers „ernstige ongewenste voorvallen” niet tijdig hebben gemeld.
Volgens de inspectie hebben alle academisch ziekenhuizen een plan van aanpak gemaakt met verbetermaatregelen. „De IGJ heeft er vertrouwen in dat met de invoering van de verbeteringen de kwaliteit van het onderzoek binnen de UMC’s nog verder zal toenemen.”