Brussel wil probleemleningen onderbrengen bij speciale banken
De Europese Commissie wil een eventuele golf aan wanbetalingen in de bankensector te lijf gaan door lidstaten de mogelijkheid te geven om een zogeheten ‘bad bank’ op te richten. Die instellingen kunnen leningen die vanwege de coronacrisis wellicht nooit meer terugbetaald worden, overnemen van gewone banken om hen te ontlasten.
Het gaat om een preventieve ingreep. „De geschiedenis leert ons dat het het beste is om niet-renderende leningen vroegtijdig en resoluut aan te pakken, vooral als we willen dat banken bedrijven en huishoudens blijven steunen”, legt vicevoorzitter Valdis Dombrovskis van de Europese Commissie uit.
Mogelijk kunnen honderden miljarden euro’s aan leningen bij banken niet worden terugbetaald omdat bedrijven of consumenten in financiële problemen zijn gekomen door de crisis. Als die slechte leningen op de balans van gewone banken blijven staan kan dit de financiële sector flink onder druk zetten. Dat zou erg nadelig zijn voor het economische herstel.
Lidstaten zullen hulp krijgen van Brussel bij het opzetten van de eigen bad bank, als ze dat willen. Ook komt er een centrale ‘datahub’, waarin allemaal gegevens worden bijgehouden om de markt voor de slechte en erg risicovolle leningen goed te laten functioneren. En het is de bedoeling dat de nationale bad banks straks met elkaar samenwerken in een soort netwerk.
Eerder werd in Brussel ook gedacht aan het opzetten van één gemeenschappelijke Europese bad bank. Dat laatste vindt de Europese Commissie toch niet zo’n goed idee. Daarvoor zijn de verschillen tussen landen te groot. Zo zien de portefeuilles met slechte leningen er in verschillende landen anders uit. Ook kennen lidstaten verschillende nationale regels over bijvoorbeeld herstructureringen en faillissementen. Daarnaast zou het instellen van een gemeenschappelijke Europese bad bank waarschijnlijk erg duur zijn, aldus de Commissie.