Undercovermethode in cold case onder de loep
„Een hele hoop fictie. Grootspraak en onzin.” Zo beschreef Ad K., verdacht van het doden van de in 2002 verdwenen Patrick van Dillenburg, dinsdag voor de rechtbank in Amsterdam zijn eerder afgelegde bekentenis. De destijds harddrugsverslaafde K. zegt dat hij is gezwicht voor financiële beloften van de undercoveragenten, die hem via de omstreden ‘Mr. Big-methode’ tot een bekentenis dwongen.
„Er is keihard gezegd dat ik bakken met geld kon gaan verdienen. Ze hebben me al die tijd een worst voorgehouden”, zei K. in de rechtbank. Hij wilde groeien in de criminele organisatie van een nieuwe vriend en gooide daarom zijn „trukendoos open” en vertelde „bizarre, verzonnen verhalen” over zijn betrokkenheid. Hierin mixte K. verhalen die hij naar eigen zeggen van de 60-jarige Fred T. had gehoord over een eerdere ripdeal waarbij Van Dillenburg betrokken zou zijn geweest. Dat zijn nieuwe criminele vriend een undercoveragent was, wist K. (50) niet.
K. en T. staan terecht voor de rechtbank in Amsterdam op verdenking van de moord dan wel doodslag op Van Dillenburg en het wegmaken van diens lichaam. Beide mannen ontkennen. Het lichaam van Van Dillenburg is nimmer teruggevonden.
De wijze waarop de verklaring tegen de undercoveragent tot stand is gekomen - via de zogenoemde ‘Mr. Big-methode’ - stond dinsdag tijdens de tweede zittingsdag ter discussie. In het kort komt deze methode erop neer dat undercoveragenten met een verzonnen verhaal proberen het vertrouwen te winnen en de verdachte een misdaad te laten opbiechten. ‘Mr. Big’ staat voor de leider van een fictieve organisatie, die openheid eist over het verleden van de persoon om er zeker van te zijn dat het veilig is met elkaar in zee te gaan.
De Hoge Raad heeft zich in twee andere strafzaken kritisch over het gebruik van deze methode uitgelaten. Deze zaken, waaronder die van de zogenoemde Posbankmoord, moeten worden overgedaan. Een belangrijk punt voor de Hoge Raad is dat de duur en frequentie van de inzet van undercovercontacten goed in het strafdossier wordt vastgelegd.
Volgens K. zijn in zijn zaak niet alle contactmomenten en gedane beloften geregistreerd. Ook verklaarde hij dat tijdens de ontmoetingen veel meer alcohol was gedronken dan de agenten hadden opgeschreven.
De strafzaak duurt naar verwachting nog drie dagen. De strafeisen van het Openbaar Ministerie worden woensdag verwacht. Wanneer de uitspraak volgt, is nog niet bekend.