Ontmoetingen over grenzen heen
Deze weken leef ik in twee tijdzones tegelijk. Dat zit zo. Vanwege Covid-19 ging de grote conferentie van de ”American Academy of Religion” (AAR) online. Nu houd ik niet zo van onlineconferenties. Maar omdat mijn voorstel voor een lezing was geaccepteerd, doe ik toch mee met een bijdrage over Bonhoeffers benadering van de Psalmen als stimulans om de Bijbel theologisch te lezen. Natuurlijk is het minder leuk collega’s die ik anders zou ontmoeten nu alleen op een scherm te zien. Ik stuur dan wel ”hoe gaat het met jou?”-mailtjes heen en weer, maar dat haalt het niet bij echte ontmoetingen.
Inhoudelijk trof mij de opvallende rol van Bijbelwetenschappers die zich vrijmoedig met theologie bezighielden. Mijn bijdrage was onderdeel van een gezamenlijke sessie van Bijbelwetenschappers uit de ”Psalms Unit” van de Society for Biblical Literature en van de ”Bonhoeffer Unit” van de American Academy of Religion. Twee Bijbelwetenschappers bespraken Bonhoeffers benadering van de Psalmen. Van Bonhoeffer hadden ze weinig (of zelfs niets) meer gelezen dan zijn boekje over de Psalmen als gebedsboek van de Bijbel, maar dat weerhield hen er niet van om stevig op Bonhoeffers gedachten in te gaan. Ik was het op allerlei punten met hen oneens en een bredere kennis van Bonhoeffer zou hun interpretatie scherper hebben kunnen maken, maar het feit dat Bijbelwetenschappers deze slag willen maken, is op zich al winst.
Aan de academie, en ook in de theologie, is de specialisatie zo ver doorgeschoten dat een Jeremiaspecialist net aan de literatuur over Jeremia kan bijhouden. Daarnaast kan hij een globaal overzicht houden over de staat van de oudtestamentische wetenschap. Maar daar blijft het vaak bij. Gevolg van deze vergaande specialisering is een verkokering, waar juist de theologie last van heeft. Theologie brengt namelijk de interpretatie van de Bijbel, stemmen uit het verleden en actuele theologische vraagstukken bij elkaar. Hoe meer de verschillende disciplines meedoen, des te vruchtbaarder het resultaat.
Op de jaarlijkse AAR komen doorgaans duizenden mensen en er worden ettelijke honderden lezingen gehouden. Naar theologie in de klassieke betekenis van het woord, als spreken over God, moet je soms met een lampje zoeken. Intussen is er overvloedig aandacht voor inclusiviteit en diversiteit. Daar ben ik voor, al ben ik minder gecharmeerd van veel identiteitspolitiek op Amerikaanse universiteiten.
In Europa is het nog ongewoner dan in Amerika om je bezig te houden met de Bijbelinterpretatie van Thomas van Aquino, van Luther of van Bonhoeffer. Ook systematisch theologen die over actuele exegetische problemen beschouwingen leveren, moeten een drempel over. Je begeeft je immers buiten je eigen expertise. Kun je dan nog wel academisch verantwoord bezig zijn? Maar interdisciplinair onderzoek, waarbij ieder zijn eigen expertise binnenbrengt, is in veel andere wetenschappen gebruikelijk. Diversiteit zorgt voor creativiteit. Natuurlijk kleun je ook wat vaker mis. Maar vroeg en duidelijk falen brengt de wetenschap verder.
Als leider van de onderzoeksgroep Biblical Exegesis and Systematic Theology ben ik verantwoordelijk voor de uitvoering van het programma, dat dialoog tussen exegese en systematische theologie als speerpunt heeft. Het valt niet altijd mee om mensen over de grenzen van hun discipline heen te laten kijken, maar waar het lukt, levert dat spannende resultaten op. Momenteel leven we toe naar onze conferentie over de manier waarop Gods liefde werkt, de Logic of Love. Op 9 en 10 juni volgend jaar hopen we het samenspel van Bijbel en theologie verder te kunnen dienen. Hopelijk kunnen mensen dan ook weer reizen, zodat er ook in die zin ontmoetingen kunnen plaatsvinden over grenzen heen.
De auteur is hoogleraar Systematische Theologie. Hij schrijft dit blog als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep Biblical Exegesis and Systematic Theology (BEST) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen. >>rd.nl/theologenblog