Een boegbeeld van De Einder uit een euthanasiecommissie weren, getuigt van bestuurlijke wijsheid
Diverse parlementariërs lieten hun verbeelding deze week de vrije loop. Dat gebeurde nadat een bestuurlijk besluit van CDA-justitieminister Grapperhaus op dubieuze wijze naar buiten was gekomen. Hij zou de benoeming van een kandidaat-voorzitter van een van de vijf regionale toetsingscommissies voor euthanasie hebben geblokkeerd, hoewel zij te boek stond als voortreffelijk jurist.
Kamerleden van D66 en VVD zagen gevaar: de justitiepost mocht niet opnieuw naar christen-ministers gaan. Stel je voor dat die alleen nog maar scherpslijpers naar voren zouden schuiven om euthanasiemeldingen van artsen te toetsen. Zou dat niet schrikbarend zijn? Met dit staaltje stemmingmakerij gingen zij voorbij aan tenminste één cruciaal gegeven: in de twintig jaar dat de euthanasiewet van kracht is, is die al hoog en breed opgerekt en uitgehold.
Het toetsingskader is ruim: van de meer dan 68.000 meldingen die de commissies sinds 2002 beoordeelden, gaven zij er slechts 111 het oordeel onzorgvuldig mee. Terzijde, dat zegt wel wat over de zorgvuldigheid waarmee veel artsen nog altijd pogen de wet ten uitvoer te brengen. Maar dat het sturen op benoemingen de toetsingspraktijk kan veranderen, is een illusie. Dan moeten er wel heel veel voordrachten worden geblokkeerd, meer dan tien CDA’ers in hun ambtstermijn zouden kunnen. Als zij dat al zouden willen, uiteraard.
Ethica Berna van Baarsen, die de commissies twee jaar terug de rug toekeerde, schetste als oud-lid hoe de rekkelijken en de preciezen daarin meer en meer tegenover elkaar zijn komen te staan. Groeiende onenigheid en een toegenomen tijdsdruk dringen de voorzitter steeds vaker in een politieke rol: het vroegtijdig beëindigen van discussies zodat niet bij consensus maar bij meerderheid van stemmen wordt beslist.
Die observatie is cruciaal, gegeven de bijbaan op het cv van de kandidaat-voorzitter om wie het deze week allemaal draaide: bestuurslid en adviseur van De Einder, de koepel van zelfdodingsconsulenten. Gevaarlijk raaskallende amateurs, noemde forensisch arts Jeroen Timmerman hen deze week in vakblad Medisch Contact. „Wie mensen met een doodswens, die het gevolg kan zijn van onbehandelde psychische problemen, zonder betrokkenheid van een arts de gelegenheid biedt om zich te suïcideren door uit te leggen hoe het moet, maakt de verkeerde keus”, schreef hij. Toegepast op de benoeming: die kleurt het begrip autonomie waarschijnlijk net zo in als de rekkelijken in een regionale toetsingscommissie dat gewoon zijn te doen.
Als Grapperhaus dat heeft meegewogen, is dat meer dan terecht: juist in de door Van Baarsen geschetste, fragiele context luistert het nauw dat een voorzitter een onpartijdige uitstraling heeft. Deze bewindsman heeft dus niets uit te leggen en ophef en Kamervragen zijn overbodig. Wie een boegbeeld van De Einder uit de toetsingscommissie weert, laat hooguit zien dat hij weet wat bestuurlijke wijsheid is.