Kerk & religie

Joodse gemeenschap blij met aanpassing scheidingswet

Opperrabbijn Jacobs is blij met de aanpassing die minister Dekker doorvoerde in de Wet huwelijkse gevangenschap om de joodse gemeenschap tegemoet te komen.

1 December 2020 11:00Gewijzigd op 1 December 2020 12:41
Opperrabbijn Jacobs. beeld RD, Anton Dommerholt
Opperrabbijn Jacobs. beeld RD, Anton Dommerholt

„Directe dwang bij scheiding is volgens de joodse religie niet toegestaan”, stelt opperrabbijn Jacobs, die voorzitter is van het Nederlandse College voor Rabbinale Zaken.

De aangepaste wet is recent met algemene stemmen door de Tweede Kamer aangenomen. De Eerste Kamer moet er nog wel over beslissen. „Het is fijn dat de minister rekening heeft willen houden met de kleine groep Joodse mensen in Nederland.”

Huwelijkse gevangenschap

Het probleem speelt al langer in Nederland, met name in islamitische kring. Bij een scheiding wordt door een van de betrokkenen (meestal de man) niet altijd ingestemd met ontbinding van de religieuze verbintenis die naast het burgerlijke huwelijk is gesloten. Dat leidt tot ”huwelijkse gevangenschap” die bijvoorbeeld hertrouwen onmogelijk maakt.

Om dit probleem op te lossen, bepaalde de Hoge Raad in 1982 dat het mogelijk moest zijn om via de rechter medewerking te krijgen voor ontbinding van een religieus huwelijk, zij het alleen via indirecte dwang. Nadeel was dat echtscheidingsprocedures nog erg konden worden vertraagd.

Vorig jaar kwam Dekker, minister van Rechtsbescherming, met het voorstel om de wet aan te scherpen, zodat er sneller een eind gemaakt zou kunnen worden aan huwelijkse gevangenschap. De rechter zou in één procedure zowel de echtscheiding als de ontbinding van een religieus huwelijk moeten kunnen regelen.

Voor de joodse gemeenschap kwam hier een lastig punt om de hoek kijken. Opperrabbijn Jacobs: „Directe dwang is volgens de joodse religie niet toegestaan en heeft derhalve tot gevolg dat er geen geldige religieuze echtscheiding kan plaatsvinden. Dat voorstel had dus het tegengestelde effect van wat werd beoogd.” Hij heeft minister Dekker daarom gevraagd het voorstel aan te passen, zodat ook de joodse gemeenschap ermee uit de voeten kon.

Bedankbrief

Ook opperrabbijn Aryeh L. Ralbag maakte zijn zorgen via een brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer kenbaar. Hij noemde het aanvankelijke voorstel „niet in het belang van de joodse gemeenschap. Integendeel. Directe dwang maakt volgens de joodse wet een rabbinale echtscheiding onmogelijk.”

De Amsterdamse advocaat mr. Herman Loonstein zorgde voor een aangepaste formulering van het wetsvoorstel. Daardoor blijft het mogelijk dat de rechter een weigerachtige echtgenoot naar –bijvoorbeeld– de rabbinale rechtbank stuurt en hem opdraagt het oordeel van het rabbinaat op te volgen. In zo’n geval is er voor joodse begrippen dan geen sprake van directe dwang door de Nederlandse rechter.

De opperrabbijnen Jacobs en Ralbag zijn erg blij met de aanpassing. Beiden schreven een bedankbrief aan de minister.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer