Opinie

Artikel 23 over vrijheid van onderwijs is er voor iedereen

De verontwaardiging over artikel 23 van de Grondwet vraagt van ouders die een christelijke of reformatorische school kiezen dat ze dit bewust doen. En dat ze anderen tonen welke mooie bijdrage het bijzonder onderwijs levert aan gelijke kansen voor erg veel groepen in de samenleving.

Jan Schreuders en Gerdien Lassche
27 November 2020 12:11Gewijzigd op 30 November 2020 11:37
„Artikel 23 is de constitutie van het recht dat het geven van onderwijs in Nederland vrij is en dat de verschillende richtingen gelijkberechtigd worden.” beeld iStock
„Artikel 23 is de constitutie van het recht dat het geven van onderwijs in Nederland vrij is en dat de verschillende richtingen gelijkberechtigd worden.” beeld iStock

Het debat had moeten gaan over de invulling van burgerschapsonderwijs, een spannend onderwerp, omdat neutraal burgerschap niet bestaat. Het ontaardde echter, door een formeel-juridisch correcte analyse van minister Slob, in een cycloon van verontwaardiging over identiteitsverklaringen. Met als toegift een algemeen ongenoegen over de uitzonderingsposities binnen het bijzonder onderwijs: artikel 23 (de vrijheid van onderwijs) moet worden aangepakt, en snel.

Tegenstanders van artikel 23, met de daarbij behorende vrijheid van (in)richting van de school, begeven zich op zeer glad ijs. Met oogkleppen op koersen zij aan op de illusie van de neutrale school als ultieme bevrijding van kinderen uit een beklemmend milieu van godsdienstige en levensbeschouwelijke vooronderstellingen en vooroordelen. De mantra is: vrijheid als garantie voor de juiste ontplooiing. Wat deze tegenstanders niet zien, is dat artikel 23 het onderwijs juist bevrijdde van de overheersende macht van de staat en geestelijke vrijheid aan het onderwijsbestel schonk. Want laten we wel wezen: wie weet er nu precies wat ”de staat” over 25 jaar vindt en wie weet er precies wie over 25 jaar die geestelijke vrijheid hard nodig heeft?

Ondertussen richt hun verontwaardiging zich op de schoolbestuurders die vermeend misbruik maken van artikel 23. Beseffen ze wel dat artikel 23 niet zomaar een cadeautje is aan christelijke schoolbesturen! Het is de constitutie van het recht dat het geven van onderwijs in Nederland vrij is, en dat al die verschillende richtingen gelijkberechtigd worden.

Dat is in de eerste plaats het recht van de ouders. Zij stichtten de scholen, bepaalden de inrichting van het onderwijs in lijn met hun levensbeschouwingen. Nog steeds zijn het de ouders die onder de huidige wetgeving weliswaar geen juridisch eigenaar zijn van een school, maar wel in morele zin een stuk eigenaarschap hebben. Kortom: het zijn de ouders die een bepaalde richting van onderwijs voorstaan. Lopen de ouders een school voorbij, dan is het met die school gedaan.

De verontwaardiging over de vrijheid die artikel 23 geeft, vergt van u als ouder die een christelijke of reformatorische school kiest, dat u uw recht op keuzevrijheid onderstreept en verdedigt. Het gaat ten diepste om uw eigen geestelijke vrijheid. Doet u dat niet, dan kan het ons uit de handen glippen.

Wij bedoelen dit niet om te somberen, We geloven dat het God nooit uit de hand loopt. Maar we bedoelen het wel als waarschuwing: ouders, sta pal samen met schoolbestuur, schoolleiding en oudervereniging. Laat het niet zo zijn dat interne verdeeldheid onze vrijheid om kinderen te onderwijzen in lijn met de Bijbelse opvoeding thuis ondergraaft.

Respect

Dan gaat het niet alleen om verdediging van onze rechten. Daar redden we het niet mee. We moeten zeker dialoog zoeken, de motieven en ook de pijn en emotie van anderen invoelen en erkennen, bruggen bouwen en vooral ook laten zien welke prachtige bijdrage het bijzonder onderwijs heeft geleverd aan gelijke kansen voor heel veel groepen in de samenleving. Maar laat diegenen die zich tegen artikel 23 keren ook inzien dat, waar u opkomt voor uw eigen recht op geestelijke ruimte en keuzevrijheid, u dat impliciet ook doet voor hen. Respect voor de Grondwet is immers ook respect voor de vrijheid van godsdienst, van meningsuiting, van geweten, van onderwijs van alle mensen, van voor- en tegenstanders van artikel 23. Want ja, zo pluriform is onze samenleving. En inderdaad, met die erkenning laten we respect zien voor de gelijkwaardigheid van alle mensen, ongeacht hun achtergrond of levensbeschouwing, en mogen we eenzelfde respect terugvragen.

De auteurs zijn respectievelijk voorzitter en beleidsmedewerker Reformatorische Ouder Vereniging (ROV).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer