Beurzen doen stapje terug na herstelrally
De Europese aandelenbeurzen lieten woensdag kleine verliezen zien. Beleggers namen wat gas terug na de recente sterke opmars. De hoop dat het einde van de coronacrisis in zicht is met de komst van vaccins tegen het virus zorgde de afgelopen dagen voor optimisme op de beursvloeren.
De AEX-index op Beursplein 5 noteerde rond het middaguur 0,4 procent lager op 605,20 punten. De MidKap daalde 0,3 procent tot 897,48 punten. De beursgraadmeters in Londen en Frankfurt verloren tot 0,3 procent. De hoofdindex in Parijs bleef vrijwel vlak. Op Wall Street sloot de Dow-Jonesindex dinsdag voor het eerst in de geschiedenis boven de 30.000 punten.
ABN AMRO (min 3,6 procent) sloot de rij bij de hoofdfondsen op het Damrak, na een kritisch rapport van Jefferies. De analisten van de Amerikaanse zakenbank waarschuwden dat de investeerdersdag die ABN AMRO volgende week houdt mogelijk een teleurstelling wordt. Verzekeraar Aegon volgde met een min van dik 3 procent. Levensmiddelenconcern Unilever en telecomconcern KPN gingen aan kop met winsten van 2,3 en 1,7 procent.
In de MidKap stond bouwer BAM (min 10 procent) onderaan. Beleggers namen wat winst na de forse koersstijging van ruim 40 procent van het aandeel in de afgelopen twee dagen. Altice Europe zakte 3,1 procent tot 4,28 euro. Next Private heeft een formeel bod uitgebracht op het kabel- en telecomconcern. Het bod van het investeringsvehikel van zakenman Patrick Drahi, de oprichter van Altice, komt neer op 4,11 euro per aandeel. Roestvrijstaalmaker Aperam kampte met een adviesverlaging door Deutsche Bank en verloor 2 procent.
Biotechnoloog Vivoryon werd ruim 6 procent meer waard bij de kleinere bedrijven dankzij een koopadvies van Hauck & Aufhauser. Op de lokale markt zakte HAL 0,7 procent. De investeerder is in de eerste negen maanden van het jaar 1,2 miljard euro aan vermogenswaarde kwijtgeraakt. Vooral de gedaalde beurskoersen van optiekconcern GrandVision en baggeraar Boskalis waren daar verantwoordelijk voor.
De euro noteerde op 1,1894 dollar, tegenover 1,1825 dollar een dag eerder. De olieprijzen gingen verder omhoog. Een vat Amerikaanse olie kostte 1,1 procent meer op 45,40 dollar. Brentolie werd 1,4 procent duurder op 48,52 dollar per vat en bereikte het hoogste niveau in acht maanden.