Christelijke gereformeerde synode vergadert voor het eerst digitaal
Het ging veel over geld, dinsdag op de eerste digitale generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK). Zo kwam er een noodpakket voor kleine gemeenten, die vaak geen eigen predikant kunnen betalen.
De coronacrisis bracht het hele vergaderschema van de CGK-synode danig in de war. Eigenlijk wilden de christelijke gereformeerden deze week over heikele thema’s als ”vrouw en ambt” en ”kerkelijke eenheid” spreken. Omdat zulke dossiers nu eenmaal „intensieve bespreking” vergen, leent digitaal vergaderen daar zich niet zo goed voor. Deze onderwerpen komen waarschijnlijk pas ergens voor de zomer van 2021 op de agenda, zei synodepreses (voorzitter) ds. J. G. Schenau dinsdag.
Dus ging het over onderwerpen die digitaal –via communicatieplatform Zoom– wél goed te behandelen waren, zoals financiële zaken. Het moderamen (bestuur) vergaderde in Nunspeet; de synodeleden vanuit huis. Wie het woord wilde, stak een gele kaart omhoog.
De ruim 71.000 christelijke gereformeerden dragen volgend jaar iets meer geld af aan de landelijke kerk dan vorig jaar. De minimumbijdrage per kerklid steeg van 67,80 euro naar 69,90 euro. Daarvan gaat het meeste geld (30,88 euro) naar de emeritikas, de pensioenvoorziening voor predikanten. Daarna volgen zending (13,04 euro) en de Theologische Universiteit Apeldoorn (8,63 euro).
De minimumbijdrage wordt stapsgewijs verhoogd naar 73,88 euro in 2022. Het is de bedoeling dat dit bedrag weer teruggaat naar 72,45 euro in 2023, als het deputaatschap varenden wordt opgeheven.
Ouderling A. Kok (Veenendaal) vindt een verhoging van 6 euro per gemeentelid wel erg veel. „Als een gemeente 3000 leden telt, dan is dat 18.000 euro per jaar. Kunnen we dit de kerken aandoen, kunnen ze dit opbrengen?”
Ouderling H. J. Sok (Ulrum) pleitte juist voor meer vrijgevigheid. Coronatijd hoeft volgens hem niet per se te betekenen dat kerken minder inkomsten krijgen, als ze ten minste verantwoordelijk omgaan met hun geld.
Twee kerken hebben moeiten om aan de vaste afdrachten te voldoen. De gemeenten Urk-Maranatha en Urk-Eben Haëzer, die relatief veel doopleden tellen, vroegen de synode om het huidige systeem van minimumbijdragen aan te passen. Kan de afdracht niet worden berekend door naar pastorale eenheden te kijken?
De synode erkende dat het voor deze gemeenten niet altijd eenvoudig is om financieel rond te komen, maar wilde voorstellen voor een „tariefdifferentiatie” niet overnemen. Zo kunnen gemeenten intern een andere verdeelsleutel hanteren, bijvoorbeeld door te kijken naar gezinsinkomen of gezinsgrootte bij de bepaling voor de minimumbijdragen.
De synode ging akkoord met een omvangrijk rapport over kleine kerken, veelal gemeenten met minder dan honderd leden. De CGK willen dat er binnen het kerkverband een „cultuurverandering” plaatsvindt, waardoor kleine gemeenten meer dan tot nu toe worden „gewaardeerd en ondersteund.” Grote gemeenten zullen de kleine naar vermogen moeten ondersteunen met adviezen en financiën.
De synode gaf groen licht voor een landelijk steunpunt die classes en kleine gemeenten gaat helpen. Zo nodig kan een „aanjager” in kleine gemeenten „nieuwe impulsen geven en eventuele situaties van moedeloosheid doorbreken.”
De CGK gaan daarnaast onderzoeken welke rol kerkelijk werkers in kleine gemeenten kunnen vervullen, waarbij ook wordt gekeken naar de rolverdeling tussen hbo-opgeleiden en wetenschappelijk geschoolden. Ook komt er een onderzoek naar de mogelijkheden die zogenoemde huisgemeenten kunnen bieden in gevallen waar een kleine kerk niet langer levensvatbaar is.
De generale synode „minimaliseerde” daarnaast de taken van de particuliere synode. Deze regionale kerkvergadering komt in principe alleen nog bijeen in het jaar waarin de generale synode vergadert, tenzij er dringende appelzaken te behandelen zijn.
Tweede voorzitter ds. P. D. J. Buijs mediteerde dinsdagmorgen over Jesaja 64:1a: „Och, dat U de hemel zou openscheuren.” Als God Zijn aangezicht verbergt, dan heeft dat met „onze ongerechtigheden” te maken, aldus de predikant uit Nunspeet. „De coronacrisis heeft grote gevolgen voor de kerk, voor onze jongeren. En ook als kerkverband hebben we het gevoel dat we ons in de mist bevinden. Zitten we niet zó vast in de greep van onze ongerechtigheden, dat we die zelf niet eens zien? Dan mag ons gebed zijn: „Och, dat de Heere de hemel zou openscheuren.””
Ds. Buijs verwees naar het verzoenend werk Christus, waardoor de scheiding tussen hemel en aarde wordt opgeheven.