Vooral middelbaar onderwijs slechter door corona, vinden docenten
Het Nederlandse onderwijs is slechter geworden door de corona-uitbraak, vindt driekwart van de middelbare schoolleraren die hebben meegedaan aan een enquête van de Algemene Onderwijsbond (AOb). Bijna de helft (45 procent) vreest dat het niet gaat lukken om leerlingen goed voor te bereiden op hun examen, 55 procent heeft hier nog wel vertrouwen in.
De bond noemt het beeld dat ontstaat uit de ondervraging „niet onverwacht, maar toch onthutsend”. „Deze enquête laat zien waar we al bang voor waren”, zegt dagelijks bestuurder Henrik de Moel van de AOb. Door de virusuitbraak is het onderwijs, dat toch al kampte met problemen zoals een oplopend lerarentekort, nog meer onder druk komen te staan. „Eerst werden de scholen helemaal gesloten en er vallen nu nog steeds lessen uit omdat kinderen of collega’s thuis moeten blijven door besmettingen of quarantaine”, verklaart De Moel. Hij zegt dat het onderwijs „domweg meer mensen en middelen” nodig heeft.
Leraren van basisscholen zijn iets positiever. Van de ondervraagden uit het primair onderwijs vindt 60 procent dat de onderwijskwaliteit gelijk is gebleven. In speciaal onderwijs en praktijkonderwijs vindt ongeveer de helft van de leraren dat de kwaliteit nu slechter is dan voor corona. Door alle problemen scoren leerlingen slechter dan voorgaande jaren, vinden de leraren. Op middelbare scholen zou dit gelden voor 65 procent van alle kinderen.
Vrijwel alle leraren op middelbare scholen (92 procent) en driekwart van de basisschoolleerkrachten vinden dat de werkdruk hoger is dan normaal. Bovendien voelt bijna de helft van de leraren zich door de schoolleiding onder druk gezet om op school te komen werken, zelfs wanneer ze tot een risicogroep behoren of een partner in een risicogroep hebben. De onderwijsbond vraagt de Tweede Kamer om de leraren te beschermen.
De onderwijsbond vraagt ook om extra hulp voor leerlingen die dit jaar eindexamen moeten doen. Zij zouden bijvoorbeeld extra bijlessen kunnen krijgen of extra hulp in de klas.
In totaal vulden 7833 leden van de AOb de vragenlijst in.