Meditatie: Roepen
„Roep tot Mij, en Ik zal u antwoorden, en Ik zal u bekend maken grote en vaste dingen, die gij niet weet.”
Jeremia 33:3
Jeremia zit in de gevangenis in Jeruzalem. Wat heeft deze knecht des Heeren veel meegemaakt in zijn leven: jong geroepen, de goddelijke opdracht gekregen om „uit te rukken, en af te breken, te verderven, en te verstoren; ook om te bouwen en te planten”, veertig jaar gepreekt, Gods nodigingen laten horen, maar ook gewezen op de oordelen die over land en volk komen zouden vanwege de zonden. Wat is het resultaat? Het volk luistert niet. Voor koning Zedekia en de hofhouding is Jeremia een landverrader.
En zo zit Jeremia, een dienstknecht van de almachtige God, in de gevangenis. Hoe kan dat? Waar is de Heere? Ver weg? Nee, de Heere is zo nabij. Hij bezoekt Jeremia in de gevangenis en zegt: „Roep tot Mij, en Ik zal u antwoorden.”
Wat een bemoediging, ook voor ons in deze verwarrende tijd. „Roep tot Mij”, zegt de Heere, omdat Hij weet dat wij Hem zo gemakkelijk vergeten. Omdat Hij weet dat satan er alles aan doet om ons van Hem af te houden. Satan fluistert ons toe: Waarom zou je tot God bidden? Denk je dat Hij jou horen zal? Als je Hem werkelijk kent, zou je dit toch nooit doen?
„Roep tot Mij.” Zo komt de Heere vandaag tot ons door Zijn Woord en Geest. Hij zegt tot ellendigen, nooddruftigen en vermoeiden: „Roep tot Mij, en Ik zal u antwoorden.” Bid zonder ophouden.
Wat hebben Gods kinderen veel te strijden tegen de zonde van het ongeloof en van een biddeloos leven. Wat kunnen ze terneergedrukt zijn, zoals Jeremia in de gevangenis. Dat er geen uitkomst meer lijkt te zijn. Dat er geen lichtstraaltje in het donkere hart binnenkomt. Maar dan het wonder. De Heere bezoekt Jeremia in al zijn lijden. De Heere breekt door met Zijn genade, liefde en barmhartigheid: „Zo zegt de Heere, Die het doet, de Heere, Die dat formeert, opdat Hij het bevestige, Heere is Zijn Naam” (vs. 2). De Heere komt Zijn knecht vertroosten en wijst hem op Zijn belofte. De Heere is de Formeerder van Jeruzalem. De Heere bouwt Sion, Hij zal naar Zijn belofte Jeruzalem herstellen.
Wat een troost voor ons. De Heere bouwt Zijn Kerk, dwars door alle chaos van corona heen. De Heere regeert en Hij zal Zijn almacht tonen. Hij staat er Zelf voor in: Heere is Zijn Naam.
Jeremia, roep tot Mij, Ik zal u bekendmaken grote en vaste dingen, die gij niet weet. Vertraag het gebed niet. Die de Heere verwachten, zullen immers de kracht vernieuwen. Al staat Babel vlak voor de deur, er gaat niets buiten Mijn beleid om. Ik zal het volbrengen. Ook anno 2020. Op grond van Gods Woord zullen er nog grote en vaste dingen geschieden, die wij nu nog niet ten volle kunnen bevatten.
Eén ding weten we: het volk Israël, dat in Jeremia’s dagen zo vol tegenstand en ongeloof was, zal tot de kennis komen van de Messias over Wie Jeremia rijkelijk gaat profeteren: de Spruit van David, Die recht en gerechtigheid zal doen (vs. 15).
Al zit Jeremia in een donkere gevangenis, hij mag met het oog des geloofs zien dat het Rijk van deze Spruit, de Messias, zal komen. Christus heeft alles volbracht, Zijn Rijk zal eenmaal volmaakt heerlijk zijn. Bent u daar al een onderdaan van, uit genade?