Nieuwe satelliet meet het stijgen van de zeespiegel
Europa en de Verenigde Staten lanceren zaterdag een nieuwe satelliet, die nauwkeurig moet meten waar en hoe de zeespiegel stijgt. Wetenschappers houden de zeespiegelstijging al tientallen jaren vanuit de ruimte in de gaten. De huidige satelliet daarvoor nadert het einde van zijn leven. De nieuwe sonde moet die metingen voortzetten met nauwkeuriger gegevens dan zijn voorgangers.
De lancering van de satelliet staat gepland voor 18.17 uur Nederlandse tijd. De draagraket stijgt op van de ruimtebasis Vandenberg in Californië, ten noordwesten van Los Angeles. Ongeveer 1,5 uur na de lancering moet de satelliet voor het eerst een teken van leven geven vanuit de ruimte.
De satelliet gaat op een hoogte van 1336 kilometer rond de aarde draaien. Hij stuurt constant radarsignalen naar de oceanen en meet hoe die terugkaatsen. Daaruit kunnen wetenschappers tot op de centimeter nauwkeurig berekenen hoe hoog de zeespiegel is. Elke tien dagen worden de wereldzeeën vrijwel volledig in kaart gebracht. De satelliet meet ook hoe hoog de golven zijn en wat de windsnelheid, de luchtvochtigheid en de temperatuur is. Dat kan ook helpen bij het verbeteren van weersverwachtingen.
Door het smelten van de ijskappen en gletsjers op de Zuidpool en Groenland stijgt de zeespiegel. Dat wordt verergerd doordat het zeewater warmer wordt en dus uitzet. De zeespiegel stijgt de laatste 25 jaar steeds sneller, en wetenschappers verwachten dat dit verder toeneemt. Maar die stijging is niet overal gelijk.
De satelliet heet Sentinel-6 Michael Freilich. Hij is vernoemd naar een onderzoeker van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA die eerder dit jaar overleed. In de loop van 2025 moet een tweede satelliet de ruimte in gaan, de Sentinel-6B. Ze maken deel uit van een reeks satellieten die Europa de laatste jaren in een baan rond de aarde heeft gebracht. Een ervan meet met het Nederlandse instrument Tropomi de luchtvervuiling.