Industrieconcern Thyssenkrupp schrapt 11.000 banen
Het Duitse staal- en industrieconcern Thyssenkrupp schrapt in totaal 11.000 banen om de prestaties te midden van de coronacrisis te verbeteren. Daarmee snijdt het bedrijf veel dieper in zijn personeelsbestand dan voor het uitbreken van de pandemie het plan was. De extra ingreep volgt op een miljardenverlies in het voorbije gebroken boekjaar van Thyssenkrupp.
In Nederland werken voor Thyssenkrupp rond de achthonderd mensen. Volgens een woordvoerder van het bedrijf is het nog te vroeg om aan te geven of bij Nederlandse afdelingen banen verdwijnen.
De coronacrisis heeft ervoor gezorgd dat de vraag naar staal en materieel vanuit de auto-industrie flink lager was. Als de opbrengsten van een recente verkoop van de liftdivisie buiten beschouwing worden gelaten, leed het concern een operationeel verlies van 1,6 miljard euro. Door fikse afschrijvingen op zijn divisies voor staal en auto-onderdelen liep het nettoverlies op tot 5,5 miljard euro.
Thyssenkrupp kampte al voor de wereldwijde virusuitbraak met een zwakke staalmarkt. Daarom kondigde het bedrijf in het voorjaar van 2019 aan 6000 banen te schrappen. Door de recente dieprode cijfers moeten nog eens 5000 arbeidsplaatsen verdwijnen, waarbij gedwongen ontslagen niet zijn uitgesloten. Van het totaal van 11.000 banen zijn al 3600 arbeidsplaatsen verdwenen.
„De coronapandemie is een gigantische stresstest voor Thyssenkrupp”, zei topvrouw Martina Merz. „Ondanks de tegenwind hebben we belangrijke mijlpalen bereikt. Maar de volgende stappen zullen pijnlijker zijn dan de vorige.”