Haarlemmermeer is in het derde kwartaal hard geraakt door de coronacrisis en zag de economie van alle Nederlandse regio’s opnieuw het sterkst krimpen, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De regio is voor een groot deel afhankelijk van luchtvaart en daaraan gerelateerde dienstverlening en kreeg in het tweede kwartaal ook al de hardste klappen.

Het statistiekbureau constateert verder dat in alle regio’s van Nederland sprake was van een economische achteruitgang, maar dat die minder sterk was dan in het tweede kwartaal. Zo is het bruto binnenlands product (bbp) in vergelijking met een kwartaal eerder toegenomen met 7,7 procent.

De economie van Haarlemmermeer kromp in het derde kwartaal met 19 procent tot 21 procent ten opzichte van een jaar eerder. In de regio Amsterdam was dat tussen de 6 en 7 procent. Daar hebben de horeca en de reisbemiddeling een belangrijk aandeel in de krimp. In de regio Groningen kromp de economie tussen de 4 en 5 procent, wat naast de coronacrisis samenhangt me de vermindering in de gaswinning.

Twaalf regio’s lieten vergeleken met vorig jaar een kleine krimp tussen de 0 en 1 procent zien waaronder Oost-Zuid-Holland en de Veluwe. Ook groeide de omzet van de detailhandel, wat de schade voor de gehele economie beperkte. Andere bedrijfstakken die het ondanks corona goed deden zijn energiebedrijven, groothandel, verzekeraars en slachterijen.